Monaco, een zelfstandig, onder de beschermheerschappij van den Koning van Italië gesteld vorstendom, ligt aan den westelijken oever der Golf van Genua en wordt tegenwoordig , nadat de gemeenten Mentone en Roccabruna aan Frankrijk zijn afgestaan, ingesloten door het Fransche departement Alpes Maritimes. Het telt op 0,55 geogr. mijl 5741 inwoners (1873) en vormt eene erfelijke monarchie in het bezit van het huis Grimaldi. De Vorst houdt gedurende de helft van het jaar zijn verblijf in Monaco en gedurende de andere helft in Frankrijk. Men heeft er een staatsraad van 5 leden, een hofstoet en een bataljon nationale militie.
De stad Monaco ligt op een in zee uitspringend terras, en zoowel deze prachtige ligging als het ongemeen gunstig klimaat en het voortbestaan van de speelbank lokt vele vreemdelingen derwaarts. Men ziet er een vorstelijk kasteel met fraaije wandelparken en met vestingwerken, eene haven voor kleine schepen en eene katoenfabriek. Er zijn omstreeks 3000 inwoners, en rondom de stad aanschouwt men den prächtigen plantengroei van het zuiden.
De naam Monaco wordt afgeleid van een tempel, aan Hercules monoecus gewijd en weleer zich verheffend op de rots, waar thans de stad is gebouwd. Monaco behoorde als heerlijkheid sedert 968 aan het Genueesch geslacht Grimaldi, dat eerst in de 16de eeuw den vorstelijken titel aannam. In 1450 kwam het onder de Spaansche en in 1641 onder de Fransche souvereiniteit, en de Vorst, daardoor van zijne Spaansche leengoederen beroofd, ontving van Frankrijk tot schadeloosstelling het hertogdom Valentinois. Toen het geslacht Grimaldi in 1731 in de mannelijke Iijn uitstierf, viel het vorstendom ten deel aan Jacques François Leonard de Goyon-Matignon, graaf de Thorigny, de gemaal van de dochter en erfgename van den laatsten Grimaldi, waarbij hij den naam van dit geslacht aannam. Bij het verdrag van Parijs van 20 November 1815 werd Monaco onder de hoede van Sardinië gesteld, hetwelk door de verklaring van 8 November 1817 de souvereiniteit van het vorstendom erkende, maar zich het regt voorbehield om eene bezetting te leggen in de stad Monaco.
Daar vorst Florestan Roger Louis de Grimaldi, vóór de Februarij-omwenteling (1848) pair van Frankrijk en meestal te Parijs zijn verblijf houdend, de gewenschte hervorming niet invoerde, ontstonden den 12den Februari 1848 ook in Monaco oproerige bewegingen. Koning Karel Albert van Sardinië deed daarop onder toestemming der inwoners Mentone en Roccabruna bezetten en vereenigde ze door een besluit van 18 September 1848 met zijn koningrijk. Vorst Florestan protesteerde daartegen te vergeefs, en overleed te Parijs den 20sten Junij 1856. Hij werd opgevolgd door zijn zoon Karel Honorius (Karel III), geboren den 8sten December 1818 en gehuwd met Antoinette Ghislaine, gravin de Merode. Toen in 1860 Nizza in Frankrijk werd ingelijfd, stond Karel den 24sten Februarij 1861 tegen eene som van 4 millioen francs aan Frankrijk zijne regten af op Mentone en Roccabruna, welke thans tot het departement Alpes Maritimes behooren, zoodat het vorstendom Monaco zich bepaalt tot de stad van dien naam en haar gebied.