Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 09-08-2018

Molbech

betekenis & definitie

Molbech (Christian), een uitstekend Deensch geleerde, geboren te Söröe den 28sten October 1783, studeerde te Kopenhagen, werd in 1804 amanuensis bij de Koninklijke bibliotheek aldaar, in 1823 eerste secretaris dier boekerij, in 1829 hoogleeraar in de geschiedenis der letterkunde aan de universiteit, in 1830 lid der directie van den Koninklijken schouwburg, in 1846 staatsraad, en overleed den 23sten Junij 1856. Hij heeft eene lange reeks van geschriften nagelaten over vaderlandsche en Noordsche geschiedenis, Deensche taal- en letterkunde, aesthetische critiek enz. — Zijn zoon Christian Knoet Frederik, geboren te Kopenhagen den 20sten Julij 1821, heeft als dichter een goeden naam verworven. Reeds als student behaalde hij eene gouden medaille door zijn antwoord op eene prijsvraag over beeldende kunst en Deensche poëzij (1841).

Ook hij ontving eene betrekking bij de Koninklijke boekerij, gaf onderscheidene dichtbundels uit, reisde in 1846 en 1847 in het zuiden van ons werelddeel, waar hij geruimen tijd te Rome vertoefde, leverde eene uitmuntende vertaling van Dante’s „Divina commedia”, volbragt later nogmaals eene reis naar Italië, en werd hoogleeraar in de letteren te Kiel. Wegens staatkundige verwikkelingen legde hij in 1864 die betrekking neder en werd medewerker aan het „Dagbladet”. Sedert 1871 is hij censor van den Koninklijken schouwburg, en voor de onthulling van het gedenkteeken ter eere van Holberg schreef hij het blijspel: „Renteskriveren (1875)”.

< >