Menyn (Joost de) of Joost van Meenen, alzoo genaamd naar zijne geboorteplaats, een Nederlandsch staatsman, heeft zich in den Tachtigjarigen Oorlog als voorstander der vrijheid zeer verdienstelijk gemaakt. Hij sleet zijne jongelingsjaren in Frankrijk, verwierf te Orleans den graad van meester in de regten, behoorde tot de aanhangers van Calvijn en spande bij zijn terugkeer in Vlaanderen alle krachten in om voor zijne landgenooten vrijheid van godsdienst te verwerven. Weldra was hij bij de Spanjaarden verdacht en week b{j de komst van Alva naar Italië. In 1572 echter ging hij naar den Haag, omhelsde er de Hervormde godsdienst en stelde zich ter beschikking der Staten.
Eerlang verwierf hij de achting van Willem I en de betrekking van advocaat-fiskaal bij het Hof van Holland. Tevens hield hij voorlezingen aan de pasgestichte hoogeschool te Leiden, verwisselde in 1579 de betrekking van advocaat-fiskaal met die van raadsheer en werd in 1584 pensionaris van Dordrecht. Als zoodanig begroette hij Leycester en werd meermalen naar dezen afgevaardigd. Ook was hij woordvoerder van het gezantschap, in 1585 naar koningin Elizabeth gezonden, om haar de opperheerschappij over de Nederlanden aan te bieden. In 1587 vertrok hij nogmaals naar Londen, om over die aangelegenheid te onderhandelen, in 1594 naar Denemarken, om er de oude verbindtenissen met Christiaan IV wederom aan te knoopen en eene huwelijksverbindtenis tusschen ’s Konings zuster en prins Maurits tot stand te brengen. Na zijn terugkeer werden zijne handelingen goedgekeurd en beloond, en daar hij inmiddels ontslagen was als pensionaris van Dordrecht, zag hij zich benoemd tot historieschrijver van Holland. Dientengevolge leverde hij in 1599 het eerste stuk van zijne kroniek in het Latijn, Fransch en Nederlandsch, loopende tot 1568.
Het is onzeker, of dit geschrift nog bestaat. Volgens Bor was Menyn de schrijver van het verhaal van een ongenoemde omtrent den slag bij Turnhout. Van de Wall maakte gebruik van een: „Recueil van het gepasseerde over ’t stapelregt te Middelburg en Zierikzee, loopende van 1569— 1588”, door Menyn opgesteld, en Schotel heeft eenige stukken van hem in het licht gegeven. Menyn was een uitstekend staatsman, regtsgeleerde en letterkundige. Hij hield briefwisseling met de vermaardste mannen van zijn tijd. Zijn sterfjaar is ons niet bekend, maar het blijkt, dat hij in 1599 nog in leven was.