Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 09-08-2018

Meijer

betekenis & definitie

Meijer. Onder dezen naam vermelden wij:

Jonas Daniël Meijer, een uitstekend Nederlandsch regtsgeleerde. Hij werd geboren te Arnhem den 15den September 1780, en overleed te Amsterdam den 6den December 1834. Hij studeerde in laatstgenoemde stad en promoveerde in 1796, dus op zijn 16de jaar, waarna hij zich te Amsterdam vestigde en met grooten ijver zijne studiën voortzette. In 1803 zond hij een antwoord in op eene prijsvraag der Berlijnsche Académie, doch de inzending geschiedde te laat, en in 1807 werd eene prijsverhandeling van hem door de Académie van Nîmes bekroond. Lodewijk Napoleon benoemde hem tot directeur der Koninklijke Courant en tot lid der Tweede Klasse van het Instituut, en de Keizer, na de inlijving van Nederland, tot regter van instructie te Amsterdam en in 1811 tot lid van den departementalen raad.

Reeds in 1808 was hij aangesteld tot president van het consistorie der Hoogduitsche Israëlieten Bij de herstelling van ons volksbestaan in 1813 was hij lid van het Voorloopig Bestuur der hoofdstad, en Willem I benoemde hem tot lid der commissie, belast met het ontwerpen eener grondwet, hem voorts versierende met de ridderorde van den Nederlandschen Leeuw. In 1816 werd hij voorzitter van de Tweede klasse van het Koninklijk Nederlandsch Instituut, vroeg in 1817 zijn ontslag als regter en verscheen weder als pleitbezorger voor de balie. Hij verwierf een Européschen roem door zijn werk: „Esprit, origine et progrès des institutions judiciaires (1819—1823, 6 dln)”, terwijl hij reeds vroeger zijne: „Principes sur les questions transitoires (1812)” in het licht gezonden had. Na zijn dood zijn nog: „Verhandelingen in geleerde genootschappen (1844— 1846, 2 dln)” van hem uitgegeven.

Gerrit Johan Meijer, een verdienstelijk Nederlandsch letterkundige. Hij werd geboren te Cleef den 15den Augustus 1781, aanvaardde eene betrekking als huisonderwijzer te Amsterdam en werd in 1818 aangesteld tot hoogleeraar in de Nederlandsche taal en letterkunde aan het athenaeum te Brussel. In 1822 vertrok hij in die betrekking naar Leuven, zag zich door den Senaat der académie te Luik eershalve benoemd tot doctor, en werd na de Belgische omwenteling hoogleeraar te Groningen, waar hij den 22sten November 1848 overleed. Behalve vele verhandelingen en redevoeringen schreef hij: „Eerste Neder-duitsch leesboek ten gebruike van het openbaar onderwijs in de zuidelijke provinciën (1819, tot 5-maal toe gedrukt)”, — „Het leven van Jezus. Een Nederlandsch handschrift uit de XIII eeuw (1836)”, — „Nalezing op het leven van Jezus. Verslag van den roman Walewein, en Fragmenten (1838)”, — en „Oude Nederlandsche spreuken en spreekwoorden enz. (1836)”, benevens vertalingen uit het Deensch enz.

Hendrik Arnold Meijer, een begaafd Nederlandsch dichter. Hij werd geboren te Amsterdam den 4den April 1810, trad in zeedienst en overleed den 2den April 1854 te Soerabaja als kommandant van de brik „Padang”. Hij schreef: „De Boekanier f1840; 2Je druk 1848)”, — „Heemskerk (1847, 2de druk 1860)”, —en „Gedichten (1861, 2 dln)”. Vooral door zijne prachtige natuurbeschrijvingen heeft hij grooten roem verworven.