Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 09-08-2018

Matthisson

betekenis & definitie

Friedrich von Matthisson, een verdienstelijk Duitsch dichter, geboren den 23sten Januarij 1761 te Hohendodeleben bij Magdeburg, studeerde te Halle eerst in de godgeleerdheid en daarna in de natuurkunde en in de letteren, werd leeraar aan een opvoedingsgesticht te Dessau, daarna onderwijzer van een jeugdigen graaf, met wien hij te Altona, Heidelberg en Manheim vertoefde, woonde toen 2 jaren bij zijn vriend Bonstetten aan het Meer van Genève, en vertrok daarna als huisonderwijzer naar Lyon. In 1794 werd hij voorlezer van de Vorstin van Anhalt-Dessau en bezocht met haar Italië, Zwitserland en Tyrol. Na haren dood trad hij in 1812 in dienst van den koning van Würtemberg, die hem tot geheim legatieraad, directeur van den Hofschouwburg en opper-bibliothecaris benoemde, na hem reeds te voren in den adelstand te hebben opgenomen. In het gevolg van hertog Wilhelm von Würtemberg deed hij nogmaals eene reis door Italië.

Na den dood van zijne echtgenoote evenwel in 1824 begaf hij zich naar Wörlitz bij Dessau, en overleed aldaar den 12den Maart 1831. In 1787 was hij opgetreden met een bundel „Gedichte (15de druk 1851)”, welke wegens diep gevoel en levendige natuurschilderingen grooten bijval vonden. Zijne „Schriften” werden in 8 deelen (1825-1831) in het licht gegeven. Als prozaschrijver leverde hij: „Erinnerungen (1810-1816, 5 dln)”, en zijn „Litterarische Nachlasz” is in 1832 door Schoch in 4 deelen ter perse gelegd.

< >