Marbod of Marobod, koning der Marcomannen, had als jongeling in Romeinsche dienst zich toegelegd op de krijgs- en staatkunde , en toen hij in den aanvang onzer jaartelling bij zijn volk was teruggekeerd, bragt hij het van de oevers van de Main naar Bohemen en stichtte hier een magtig rijk, dat onderscheidene andere Germaansche volken onder zijne bondgenooten telde. Een aanval der Romeinen, die bezorgd werden voor hunne gewesten ten zuiden van de Donau, daar Marbod bevel voerde over 70000 man voetvolk en 4000 ruiters, werd verijdeld door den opstand der Pannoniërs en Illyriërs, en Tïberius sloot vrede met hem. Het gezag, dat Marbod zich als koning aanmatigde, was in strijd met de gewoonten der Germanen en werd gevaarlijk voor de Germaansche vrijheid. Deswege ontstond in het jaar 17 een oorlog tusschen hem en Herman, den Cherusker, waarbij de Longobarden en Semnonen zich van Marbod scheidden.
Laatstgenoemde trok na een onbeslissenden slag naar zijn rijk terug. De Romeinen wilden hem niet ondersteunen, en in het jaar 19 gelukte het aan Drustis, de zoon van Tibérius, hem vijanden onder zijne aanhangers te verwekken. De Goth Catualda, die voorheen voor de overmagt van Marbod had moeten wijken, nam wraak en noodzaakte hem naar de Romeinen te vlugten. Tibérius wees hem Ravenna als verblijfplaats aan, en Marbod overleed hier na verloop van 18 jaren. Ook Catualda, door de Hermonduren verdreven, zocht weldra eene schuilplaats bij de Romeinen en stierf te Forum Julii (Frejus).