Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 09-08-2018

Mac-Mahon

betekenis & definitie

Mac-Mahon (Marie Edme Patrice Maurice, graaf de), hertog van Magenta, maarschalk van Frankrijk en voorzitter der Fransche Republiek, gesproten uit een Iersch geslacht, hetwelk na den val der Stuarts de wijk nam naar Frankrijk, aanschouwde het levenslicht den 13den Junij 1808 op het buitenverblijf Sully bij Autun. Schoon aanvankelijk bestemd voor den geestelijken stand, bezocht hij de voorbereidende militaire school te Versailles, in 1825 de militaire académie te St. Cyr en daarna als onderofficier de school van den generalen staf, en verliet deze in 1830. Hij onderscheidde zich bij eene expeditie in Algérië, woonde als adjudant van generaal Achard in 1832 de belegering der citadél van Antwerpen bij, en was vervolgens meestal werkzaam als adjudant, in 1837 van generaal Damremont in Algérië, in welke betrekking hij bij de bestorming van Constantine gewond werd, en in 1840 bij Changarnier.

Tot loon zijner dapperheid werd hij tot escadronschef bevorderd en in October 1840 belast met het kommando over het 10de bataljon der chasseurs d’Orléans. Voorts bleef hij bij het Afrikaansche leger tot 1855. In 1842 werd hij luitenant-kolonel, in 1845 kolonel van een regiment van linie, en in 1848 als brigadegeneraal ter beschikking gesteld van den gouverneur-generaal. Als zoodanig verwierf hij grooten roem en klom op tot inspecteur-generaal der infanterie. In 1855 werd hij bevelhebber eener divisie in het 1ste korps van het noorderleger en kort daarna in het 2de korps in de plaats van Canróbert. Hij bereikte het leger vóór Sebastópol juist op het tijdstip, waarop hij met goed gevolg den Malakoftoren kon bestormen. Nadat hij bevel had gevoerd over het reservekorps van het Oostersche leger, keerde hij in 1856 naar Frankrijk terug, alwaar de Keizer hem tot senator benoemde. Reeds in 1857 streed hij weder in Algérië bij de expeditie van Randon tegen de Kabylen en werd toen eenigen tijd non-actief, gedurende welken hij in den Senaat de eenige was, die tegen de Veiligheidswetten stemde.

Niettemin verkreeg hij daarna het opperbevel over alle strijdkrachten te land en ter zee in Algérië, waarbij hij in botsing kwam met prins Napoleon, in die dagen minister van Koloniën. Laatstgenoemde nam zijn ontslag, en Mac-Mahon werd in 1859 benoemd tot bevelhebber van het 2de armeekorps bij het Italiaansche leger. Hier besliste hij den slag van Magenta door op eigene verantwoording in de flank van den vijand te vallen, waarna hij tot maarschalk en hertog van Magenta werd benoemd. In den slag van Solferino streed hij bij Cavriana. In 1864 werd hij gouverneur-generaal van Algérië en in 1870, bij het uitbarsten van den Duitsch-Franschen oorlog, ontving hij het opperbevel over het 1ste korps (Mac-Mahon) en het 5de korps (de Failly), te zamen het zuiderleger vormend, hetwelk zich in de laatste dagen van Julij in den Elzas en in Lotharingen concentreerde. Aan het hoofd van dat leger verloor hij den 6den Augustus den slag van Wörth tegen de 3de Duitsche armée onder den Kroonprins van Pruissen, trok met zijne schier verstrooide troepen naar Chalons terug, en begaf zich na de beslissende nederlagen, welke het Fransche Rijnleger onder Bazaine (14—18 Augustus) geleden had, naar Rheims, waar hij het cijfer zijner manschappen door opneming van het 7de korps (Douay) en het 12de korps (Lebrun) tot 100000 deed klimmen. Hier ontving hij van den minister van Oorlog, graaf Palikao, het bevel om Bazaine ter hulp te snellen. Hiertoe moest hij noordoostwaarts trekken, om langs de Belgische grenzen, gedekt door eene reeks van kleine vestingen, Metz te bereiken.

Achtervolgd door de 4de Duitsche armee (de Maasarmee) onder den Kroonprins van Saksen, werd hij tusschen de Ardennen en de Maas gedrongen, den 30sten Augustus door laatstgenoemde met hulp van het 1ste Beijersche korps geslagen bij Beaumont en gedwongen naar den regter oever van de Maas over te steken. Van Metz afgesneden, trok hij zijne troepen rondom Sédan bijeen, om aldaar den slag aan te nemen, die op den 1sten September tegen de vereenigde 4de en 3de armee geleverd werd. Mac-Mahon, reeds in den aanvang van den strijd zwaar gewond, droeg het kommando over aan generaal Wimpffen en kwam ten gevolge der capitulatie van Sédan in krijgsgevangenschap. Na het sluiten van den voorloopigen vrede belastte hij zich den 11den April met het opperbevel over de armee van Versailles, bragt deze door inlijving van uit Duitschland terugkeerende krijgsgevangenen tot 120000 man en dempte daarmede na bloedige gevechten in Mei 1871 den opstand der Commune te Parijs. Daarover gaf hij vervolgens een werk in het licht,getiteld: „L’armée de Versailles, depuis sa formation jusqu’à la complète pacification de Paris (1871)”. Den 20sten November 1873 werd hij door de Nationale Vergadering voor een tijdperk van 7 jaren benoemd tot president der Fransche Republiek, en de voormalige krijgsman tracht thans met omzigtigheid en gematigdheid de teugels van het bewind in handen te houden.

< >