Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 09-08-2018

Luijaard

betekenis & definitie

Luijaard (Bradypus). De luijaards vormen eene familie uit de orde der tandelooze zoogdieren , namelijk der zoodanigen, die geene snijtanden en ook geene ware hoektanden hebben. Deze familie bestaat uit één geslacht, of uit twee, wanneer men het geslacht Choloepus er uit afzonderen wil. De soorten zijn gesplitst in zoodanige, die twee, en zoodanige die drie vingers aan de voorpooten bezitten.

Ten onregte heeft men den luijaard geruimen tijd als een misvormd schepsel beschouwd. Immers zijn ligchaamsbouw is in overeenstemming met zjjne levenswijs. Hij bewoont oorspronkelijke, onmetehjke bosschen, waar hij in de gemakkeljjkste positie verkeert, wanneer hij met den rug naar beneden aan de takken hangt. Daarom zjjn zjjne voorpooten veel langer dan zijn achterpooten; zjjn bekken is wjjd en zjjn kop klein, terwjjl zjjne klaauwen lang, krom en zamengedrukt zjjn. Dat deze dieren lui zijn, is niet enkel een vooroordeel: de trage bloedsomloop van hun ligchaam schijnt daartoe aanleiding te geven. — De lujjaard leeft in Brazilië, en in grootte komen alle soorten overeen met een middelmatigen hond. De ooren zjjn klein, de staart kort en het haar grof, en slechts zelden verneemt men eenig geluid van dit dier. Het draagt zjjn jong op den rug en voedt zich met vruchten en bladeren. — Tot deze familie behooren ook eenïge uitgestorven geslachten van zoogdieren, zooals Megalonyx en Megafhervwm.

< >