Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 09-08-2018

Lion

betekenis & definitie

Lion, een Fransch woord, dat leeuw beteekent, noemt men in Engeland elke merkwaardigheid van den dag, en wie in korten tijd een groot aantal van zulke merkwaardigheden in oogenschouw neemt, heet er een lionkiller (leeuwendooder). Te Parijs draagt hij den naam van lion, welke te voren met dien van roué, muscadin en petit-maître bestempeld werd, en die naam heeft eene dergelijke beteekenis als dandy en fashionable. De Parijsche lions zijn in den regel parvenus (opgeklommen personen), rijk geworden speculanten, die verwijderd blijven van het gebied van kunst en wetenschap, maar zich des te meer met honden en paarden bemoeijen, of ook wel personen van dubbelzinnig karakter, die van het spel leven of in hunne betrekking tot galante dames een middel van bestaan vinden.

Te Londen had geruimen tijd de graaf d’Orsay (♰ 1852) als een lion den boventoon in alle zaken van mode en fatsoen, en te Parijs een Engelschman, lord Seymour. Naast de lions staan de zoogenaamde lionnes, vrouwen, welke geene aanspraak kunnen maken op verstand, beschaving of deugd, maar uiterst bedreven zijn in toilet-zaken in het algemeen, en in het paardrijden, den lossen omgang met heeren en het rooken van cigarettes in het bijzonder. Zij zijn dus juist geschikt om de even oppervlakkige en loszinnige lions te boeijen.

< >