Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 09-08-2018

Linlithgow

betekenis & definitie

Linlithgow of West-Lothian, na Clackmannan en Ross het kleinste graafschap van Schotland, grenst in het zuidoosten aan Edinburgh, in het zuidwesten aan Lanark en in het noorden aan Stirling en de Forth-Baai en telt op bijna 6 geogr. mijl omstreeks 40000 inwoners. Het bestaat grootendeels uit eene vruchtbare heuvelstreek, waar het hoogste punt (Cairn-Naple) ter hoogte van 450 Ned. el verrijst. Het zuidwestelijk gedeelte is effen en bevat uitgestrekte veen- en heidegronden. Van de oppervlakte is ongeveer 1/5de bebouwd.

Men oogst er vlas, graan, aardappels en tuinvruchten, — voorts wint men er steenkolen, ijzer, bouwsteen en kalk, en men fokt er paarden en runderen. De nijverheid is er voor ’t overige van weinig belang. Het graafschap zendt één lid naar het Parlement. — De evenzoo genoemde hoofdstad, nog geen geogr. mijl van de Forth en bijna 4 geogr. mijl ten westen van Edinburgh gelegen en met deze stad en met Glasgow door een kanaal en een spoorweg verbonden, telt 4000 inwoners en heeft 6 kerken en kapellen, eenige looijerijen, brandewijnstokerijen en bierbrouwerijen. Merkwaardig zijn er de grootsche bouwvallen van het in 1746 door de vlammen vernielde kasteel, weleer het Versailles van Schotland en de zetel der koningin-weduwen. Maria Stuart aanschouwde er in 1542 het levenslicht. Nabij de stad overschrijdt de spoorweg de Avon met eene prachtige viaduct van 25 bogen. De haven van het graafschap is Borrowstownness of Bo'ness met eene dergelijke bevolking als de hoofdstad. Men vindt er voorts de stad Bathgate met 5000 inwoners met katoenfabrieken en met graan- en veehandel.

< >