Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 09-08-2018

Lindo

betekenis & definitie

Lindo (Mark Prager), een geestig Nederlandsch letterkundige, geboren te Londen den 19den September 1819, verwierf den graad van doctor in de letteren, was van 1842 tot 1853 leeraar aan het gymnasium te Amsterdam, voorts gedurende 12 jaren hoogleeraar aan de militaire académie te Breda en aanvaardde in 1865 de betrekking van inspecteur van het lager onderwijs in Zuid-Holland. Hij schreef onder den pseudoniem van de oude heer Smits: „Brieven en uitboezemingen (1851, met 3 vervolgen in 1859, 1861 en 1865,meermalen herdrukt)”, — „Afdrukken van indrukken met tal van hout- en andere sneden (1854)”, — „Een nieuwjaarswensch aan zijne vrienden (1854)”, — „Familie van ons (1855)”, — „Clementine (1858)”, — „Eventjes over de grenzen (1863)”, — „Uittreksels uit het dagboek en nadere levensbijzonderheden van wijlen den heer Janus Snor (1865)”, — en „Typen (1871)”. Onder denzelfden pseudoniem gaf hij in 1856 en 1857 den „Nederlandschen Spectator” in het licht, terwijl hij later tot de redactie van dat tijdschrift bleef behooren. Ook schreef hij een paar Engelsche schoolboeken en vele vertalingen , onder anderen eene van den: „Tristam Shandy” van Sterne, van onderscheidene romans van Thackeray, Scott enz., terwijl hij eindelijk uitgaf: „De opkomst en ontwikkeling van het Engelsche volk in zijne geschiedenis tot op onzen tijd geschetst (1856—1873).”

< >