Leys (Hendrik), een uitstekend Belgisch genreschilder, geboren te Antwerpen den 18den Februarij 1815, beoefende de kunst onder de leiding van zijn zwager Brackelaer en ontleende zijne stof bij voorkeur aan de naauwkeurig door hem bestudeerde middeneeuwen. Als uitstekend colorist behaalde hij grooten roem met zijn „Wapensmid”, zijne herberg-tafereelen, zijne predicatiën in Gothische kerken enz. Vooral legde hij er zich op toe om te schilderen in den trant van den tijd, waaraan zijn onderwerp was ontleend; zijn „Albrecht Dürer, het portret van Erasmus op het doek brengend”, gelijkt op een stuk van Dürer's hand.
Dergelijke stukken zijn: „Luther als koorknaap”, — „De invoering der Inquisitie in de Nederlanden”, — en „Erasmus, aan Margaretha van Oostenrijk en den jeugdigen Karel V eene verhandeling voorlezende”. In 1865 verhief Leopold I hem tot baron, en hij overleed den 26sten Augustus 1869, terwijl hij zich bezig hield met het voltooijen der fresco’s in het stadhuis te Antwerpen.