Leucippus, de stichter der atomistische school in het oude Griekenland en de voorganger van Demócritus, volgens sommigen te Abdera, volgens anderen te Elea of te Milete geboren, leefde in 510 vóór Chr. Parrménides van Elea wordt voor zijn leermeester gehouden, — althans zijn wijsgeerig stelsel is voortgesproten uit de Eleatische leer. Deze namelijk loochende de werkelijkheid der beweging, de ledige ruimte en in het algemeen de veelvoudigheid der dingen, daar zij al wat bestaat voor één, dat ééne voor onveranderlijk en derhalve alle verandering als schijn beschouwde. Daarentegen stelde Leucippus 2 beginselen op den voorgrond, namelijk het volle en het ledige.
Het volle bestaat in eene tallooze hoeveelheid van zoo kleine Iigchaampjes, dat men ze niet met de zintuigen kan waarnemen. Zij zijn ieder op zich zelf ondeelbaar, onveranderlijk en ondoordringbaar, — alzoo betrekkelijk enkelvoudige oorspronkelijke stoffen. Hare gemeenschappelijke eigenschap is de vorm of gedaante, en uit de veelvuldigheid der vormen ontstaat het verschillend voorkomen der daardoor gewrochte ligchamen. Daardoor en door eene verschillende ligging en rangschikking zijn zij van elkander onderscheiden. Die eindelooze veelvuldigheid der ondeelbare stoffen leidde hem tot de onderstelling van iets dat ze scheidde, namelijk het ledige, waarin zich de atomen bewegen. Die leer is verder ontwikkeld door Demócritus (zie aldaar).
