Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 06-08-2018

Demócritus

betekenis & definitie

Demócritus van Abdera, geboren omstreeks het jaar 470 vóór Chr., was een Grieksch wijsgeer, die het atomistisch stelsel van zijn landgenoot Leucippus verder ontwikkelde.

Van zijne levensgeschiedenis weten wij weinig. Sommigen verhalen, dat hij zijne wijsbegeerte ontleend heeft aan Magiërs en Chaldeeuwen, door Xerxes bij zijn togt door Abdera aldaar achtergelaten, — anderen, dat hij steeds over de dwaasheden der menschen lachte, terwijl Heráclitus daarover weende. Meer zekerheid hebben wij voor het berigt, dat hij verre reizen ondernomen heeft door een groot deel van Azië, om zijne kennis uit te breiden. Van zijn ijver, om allerlei voorwerpen te verzamelen en om zich rekenschap te geven van alle verschijnselen, vinden wij krachtige bewijzen in het weinige, dat wij van zijne talrijke geschriften hebben overgehouden.

Hij beschouwde het heelal als bestaande uit eene verbazende hoeveelheid atomen (kleine ondeelbare deeltjes), waaraan hij eene oorspronkelijke beweging toekende. Door de onderlinge verbinding dier atomen treden de verschillende voorwerpen te voorschijn. Hierbij heerschen bepaalde wetten, zoodat Demócritus het toeval eene uitvlugt van ’s menschen onkunde noemt. Het verschil der voorwerpen wordt veroorzaakt door de verscheidenheid van gedaante der atomen en het hieruit voortvloeijend verschil van beweging.

De werking van ’s menschen geest zocht hij te verklaren door het in- en uitstroomen der atomen, zoodat de voorstellingen van het ons omringende ontstaan door de indrukken der binnenstroomende atomen. Hoe materialistisch dit gevoelen ook wezen moge, Demócritus verhief het tot een stelsel, en ook de goden beschouwde hij als zamenvoegselen van atomen, doch doordrongen van meer levenskracht dan de mensch. Zijne zedekundige gesprekken bevatten treffende denkbeelden over waarheid, regtvaardigheid, maatschappelijke orde, de pligten der vorsten enz., en noemen kalmte des gemoeds den grootsten schat. Hij overleed omstreeks het jaar 362, en Mullach leverde in 1843 de beste verzameling van de overgeblevene fragmenten zijner geschriften.

< >