Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Lerida

betekenis & definitie

Lerida, eene vesting en tevens de hoofdstad van eene evenzoo genoemde provincie in het koningrijk Spanje, op den regter oever der Segre en aan den spoorweg in een bevallig oord gelegen, heeft een ouderwetsch voorkomen en is onregelmatig gebouwd aan de helling van eene rots, op wier top de citadél zich verheft.

Zij is de zetel van het provinciaal bestuur en van een bisschop. Men vindt er eene hoofdkerk, 7 andere kerken, een seminarium, een instituut, een lycéum, onderscheidene andere scholen en 20000 inwoners, die zich bezig houden met het vervaardigen van glas, leer, papier, wollen en katoenen stoffen en tevens eenigen handel drijven.

— Lerida is het oude Ilerda aan de Sicoris, eene sterke en rijke stad, wier laatste vorsten Mandonius en Indíbilis, in 206 vóór Chr. door Scipio overwonnen werden. Caesar veroverde de stad en sloeg er in 49 vóór Chr. Afranius en Petrejus, legaten van Pompejus. Tijdens de heerschappij der West-Gothen werd aldaar in 524 na Chr. een concilie gehouden. In 713 werd de stad door de Arabieren ingenomen, en in 1117 werd er de almoravide Abdallah van Cordova door de Christenen overwonnen, waarna deze de stad innamen.

Nadat Raimond van Aragon in 1149 de stad veroverd had, verhief hij haar tot koninklijke residentie en plaatste er den zetel van den bisschop van Roda en Balbastro. De universiteit, aldaar in 1300 gesticht, is later opgeheven. Buiten hare muren wordt de stad door 3 forten zeer goed verdedigd. Door de Franschen werd zij in 1642 ingenomen, in 1646 en 1647 daarentegen vruchteloos belegerd.

< >