Lerchenfeld (Maximilian, vrijheer von), een Beijersch staatsman, geboren te München in 1779, studeerde te Ingolstadt, ging in 1806 als Beijersch gezant naar het Würtembergsche Hof, maar zeide in 1808 de diplomatische loopbaan vaarwel en werd achtervolgens commissaris-generaal te Ansbach, Nürnberg, Innsbrück en Würzburg. Aan de vaststelling der grondwet in Beijeren nam hij van 1815 tot 1818 levendig deel en toonde zich een voorstander van vrijzinnige beginselen. Van 1817 tot aan de troonsbeklimming van Lodewijk in 1825 stond hij aan het hoofd van het departement van Financiën en verkreeg daarna de betrekking van gezant bij den Duitschen Bond. Geschillen onder het ministérie Wallerstein belastten hem in 1833 nogmaals met de portefeuille van Financiën, doch hij vertrok in 1835 als gezant naar Weenen en overleed te Haynersreuth bij Bamberg den 17den October 1843. — Zijn oudste zoon, Gustav, vrijheer von Lerchenfeld, geboren den 30sten Mei 1806, studeerde in de regten, was vele jaren werkzaam als kantonregter in de Pfalz en als lid van het Hof van Appél in Opper-Franken, maar verliet na het overlijden zijns vaders de staatsdienst en vestigde zich op het riddergoed Haynersreuth.
In Maart 1848 verkreeg hij de portefeuille van Financiën, welke hij eerlang met die van Binnenlandsche Zaken verwisselde; doch ook deze legde hij reeds den 14den December van laatstgenoemd jaar neder, terwijl hij bedankte voor alle pensioen en voor de hem aangebodene betrekking van staatsraad.
Daar hij zich door regtschapenheid en eene gematigde vrijzinnigheid onderscheidde, baarde zijne aftreding groot opzien. Als lid van de Kamer van Afgevaardigden in Beijeren was hij met graaf Hegnenberg eene middenpartij, die evenwel in 1859, bij den val van het ministérie-Pfordten, allen invloed verloor. Intusschen behield hij groot gezag in financiële zaken, en overleed te Berchtesgaden den 10den October 1866.
