Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Lepelaar

betekenis & definitie

(Platalea leucorodia) is de naam van een vogel van de orde der Steltloopers. Hij onderscheidt zich door een platten, breeden, lepelvormigen bek, ' waaraan hij zijn naam ontleent, — voorts is de kleur zijner vederen helder wit, met uitzondering van den isabelle-kleurigen krop, terwijl bij het jonge dier de langste groote slagpennen zwartachtig zijn.

Van den kop hangt langs den nek eene sierlijke kuif; de bek is zwart, doch van boven van den voorrand tot aan het midden okergeel. Van dezelfde kleur is de naakte huid aan de keel en den oogkring. Bij oude vogels is de iris bloedrood. De lepelaar komt ook in ons Vaderland voor in de Zuid-Hollandsche plassen en in sommige streken van Noord-Holland en Zeeland. Hij trekt in September naar het noorden van Afrika en keert in April terug. Hij voedt zich met visschen en allerlei zoetwaterdieren, nestelt laag op boomen, leeft op knotwilgen, kleppert als een ooijevaar en schreeuwt als een reiger. Het wijfje legt van 2 tot 4 witte, bruingestippelde eijeren, welke in 3 weken worden uitgebroed. — In Amerika leeft eene andere soort P. Ajaja, met rozenroode vederen en karmijnroode slagpennen. In Japan heeft men nog 2 andere soorten.

< >