Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Leonhardi

betekenis & definitie

Leonhardi (Herman Karl, vrijheer von), een Duitsch wijsgeer en ijverig volgeling van Krause, werd geboren te Frankfort aan de Main den 12den Maart 1809, bezocht het lycéum te Hannover en studeerde vervolgens te Göttingen, waar hij in aanraking kwam met den diepzinnigen denker Karl Christian Friedrich Krause.

Hij werd bij het hooren der lessen van dezen zoozeer met geestdrift vervuld, dat hij het besluit nam, om zijn leven te wijden aan de uitbreiding der denkbeelden van dien wijsgeer. Hij stelde zich met zooveel ijver voor zijn leermeester in de bres, dat hij van de universiteit werd weggezonden. Nu begaf hij zich naar München, waar hij den omgang genoot van Schelling en Oken en de voorlezingen van Baader bezocht. Doch ook hier kwam hij in botsing met de regéring en schoon hij na talrijke verhooren van alle schuld gezuiverd werd, weigerde zijn vader hem de middelen te verschaffen tot voortzetting van zijne studiën, weshalve hij een half jaar in de grootste bekrompenheid doorbragt. Wèl werd hem een buitengewoon professoraat aangeboden, doch omdat er geen jaargeld aan verbonden was, moest hij het van de hand wijzen.

Inmiddels beleefde hij een gelukkigen tijd, daar ook Krause naar München was getrokken, en toen deze in 1832 overleed, viel diens wetenschappelijke nalatenschap aan Leonhardi ten deel. Daaruit deed hij de: „Religionsphilosophie (1834-1843)”, — de „Erkenntniszlehre (1836)” — en de voortreffelijke: „Lebenslehre und Philosophie der Geschichte (1843)” in het licht verschijnen. Hij trad in het huwelijk met eene dochter van Krause en vestigde zich te Heidelberg, waar hij verlof verkreeg om voorlezingen te houden. Voorts schreef hij: „Ueber den Deutsch-katholicismus” en bemoeide zich, in vereeniging met Fröbel, vooral met zaken van onderwijs.

In 1849 werd hij buitengewoon en in 1866 gewoon hoogleeraar te Praag, doch zijn strijd tegen het Ultramontanismus was oorzaak dat zijne lessen schraal werden bezocht. Daarom hield hij openbare voorlezingen, welke grooter bijval vonden. In 1864 schreef hij: „Die österreichischen Armleuchtergewächse vom morphogenetischen Standpuncte”, en op zijn aandringen werden in 1868 en 1869 merkwaardige congressen van beoefenaars der wijsbegeerte gehouden, terwijl hij het merkwaardig tijdschrift: „Die neue Zeit” in losse afleveringen uitgaf. Hij overleed den 21sten Augustus 1875.

< >