Lenoir (Marie Alexandre), een verdienstelijk Fransch oudheidkundige, geboren te Parijs den 26sten December 1761, studeerde aan het collége Mazarin, daarna aan de académie van schoone kunsten te Parijs en wijdde zich vervolgens, onder de leiding van Doyen, aan de schilderkunst.
Gedurende de Omwenteling deed hij aan den maire Bailly het voorstel om de bedreigde kunstschatten in een groot nationaal muséum bijeen te brengen. Daartoe reisde hij door geheel Frankrijk en stichtte de vermaarde verzameling van kunstvoorwerpen in de Rue des Petits Augustins. Toen na de Restauratie van 1816 dit muséum, door Lenoir beschreven onder den titel: „Musée des monuments français (1800-1822, 8 dln)”, te niet ging, doordien de stukken naar de voormalige eigenaars terugkeerden, zag Lenoir zich benoemd tot opzigter der kunstschatten in de kerk van St. Denis.
Hij overleed te Parijs den 10den Junij 1839. Ook heeft men van hem: „Nouvelle explication des hiéroglyphes des Egyptiens (1809-1810, 3 dln)”, — „La vraie science des artistes (1823)”, — en „Observations sur la peinture sur verre (1824)”.