Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Lena

betekenis & definitie

Lena (De), de oostelijkste der 3 groote stroomen van Siberië, in het gouvernement Irkoetsk en het gebied van Jakoetsk voortkronkelend over een afstand van 300 geogr. mijl, heeft eene stroomontwikkeling van 600 geogr. mijl en een stroomgebied van 37100 □ geogr. mijl. Zij ontspringt ongeveer 40 geogr. mijl ten noordoosten van Jakoetsk en op 4 geogr. mijl van den noordwestelijken oever van het Baikalmeer, uit den gletscher Beresowya-Gori van het Baikal- of Wercholenisch gebergteEerst stroomt zij zuidwestwaarts, verder noordwaarts over Wereholensk naar Oest-Koetsk, waar zij bevaarbaar wordt, dan noordoostwaarts over Kirensk, Witemsk en Oleminsk tot aan Jakoetsk (62° N. B.), — wijders in talrijke kronkelingen noordwaarts langs Oest-Wilnisk, Shigansk (66°46' N. B.), Siktach (70° N. B.) en Boeloen, en stort met 19 armen zich uit in de IJszee met eene delta, die zich tot 78° N. B. uitstrekt en ten zuidwesten van de eilandengroep Nieuw-Siberië gelegen is. Bij Jakoetsk bereikt de Lena de vlakte en heeft een tragen loop en eene gedeeltelijk zeer ondiepe bedding. Wegens hare talrijke eilanden, vooral tusschen Jakoetsk en Shigansk, is deze rivier zeer breed, — bij eerstgenoemde plaats eene geogr. mijl, bij laatstgenoemde 2 geogr. mijl bij eene diepte van 20 Ned. el.

Verder benedenwaarts is de breedte geringer, namelijk bij Boeloen slechts 1/3de geogr. mijl, doch aan haren mond 11/3de geogr. mijl bij eene diepte van slechts 5 tot 8 Ned. el. Haar bovenloop bevriest in October, haar benedenloop, ten noorden van Jakoetsk, reeds in September. Bij Katsjoega is zij in het midden van April reeds bevrijd van ijs, en aan haren mond eerst tegen het einde van Junij of het midden van Julij, —somtijds ook in het geheel niet. Men vindt er in zee vele ijsbergen, die er op het strand zitten en onbewegelijk blijven. Gedurende het kruijen der rivier of bij hoog water hebben er de oevers veel te lijden.

De snelvlietende bovenloop is hier en daar door steile of schilderachtige rotsen ingesloten, terwijl verder naar beneden heuvelreeksen, rotsblokken, weiden en steppen elkander afwisselen. Tot aan den mond der Aldan is het landschap op de beide oevers zeer merkwaardig; daarna worden de oevers vlak en beneden Shigansk stroomt de rivier door de nooit-ontdooide Toendra. Aan hare zoomen vindt men vele tanden van den voorwereldlijken olifant. Zij bevat veel visch, een hoofdvoedsel voor de oeverbewoners, de Boeraeten en Jakoeten. De Lena heeft ongeveer 500 zijrivieren, van welke de Kirenga, de Witim, de Olekma, de Aldan en de Wiljei de voornaamste zijn.

< >