Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Lauriston

betekenis & definitie

Lauriston (Alexander Jacques Bernard Law, markies de), maarschalk en pair van Frankrijk, een kleinzoon van William Law, die na den val van het financiële luchtkasteel van zijn broeder John in Frankrijk was gebleven, en een zoon van den luitenant-generaal Lam, gouverneur der Fransche bezittingen in Indië, werd geboren te Pondichery den lsten Februarij 1768, voegde zich reeds vroeg bij het leger en was in 1795 kolonel der artillerie. Bonaparte koos hem in 1800 tot zijn adjudant, bevorderde hem tot brigade-generaal en belastte hem met het bestuur van de artillerieschool te Lafère. In 1801 vertrok hij met eene buitengewone zending naar Denemarken en in 1802 was hij overbrenger der ratificatie van den vrede naar het Hof te Londen. Later haalde hij zich het ongenoegen van Bonaparte op den hals en werd als kommandant van het depot der artillerie naar Piacenza verplaatst.

Tegen het einde van 1804 ontving hij echter het bevel over de troepen, welke zich aan boord bevonden bij den admiraal Villeneuve. Toch was hij niet tegenwoordig bij den slag van Trafalgar, daar de Keizer hem teruggeroepen had, om dienst te doen in den oorlog van 1805. Na den slag bij Austerlitz tot divisie-generaal benoemd, nam hij Venetië in bezit, alsmede in 1806 de republiek Ragusa, welke hij tegen de Russen en Montenegrijnen dapper verdedigde. In 1808 vertrok hij met den Keizer naar Spanje, en in het volgende jaar voerde hij onder den Onderkoning van Italië bevel in Hongarije, waar hij na de zegepraal van 14 Junij den 24sten van die maand de stad Raab innam. In den slag bij Wagram droeg hij, aan het hoofd van de artillerie der garde, niet weinig bij tot de overwinning. Na den vrede zag hij zich afgevaardigd naar Weenen, om aldaar onderhandelingen te voeren over het huwelijk van den Keizer met de aartshertogin Maria Louisa, en zijne pogingen werden beloond met den titel van graaf en met den post van gezant te Petersburg. Hij verliet het Russische Hof eerst in 1812 en aanvaardde toen een kommando in het groote leger. Gedurende den oorlog van 1813 voerde hij bevel over het 5de armeekorps.

Hij bezette Leipzig op den dag van den slag bij Lützen, vereenigde zich in den slag bij Bautzen met Ney, om den linker vleugel des vijands om te trekken, en maakte bij het voorwaarts rukken in Silézië zich meester van Breslau. Na den wapenstilstand verloor hij echter met Macdonald den slag aan deKatzbach en werd bij Leipzig wegens het in de lucht vliegen van de brug over de Elster gevangen genomen. Nu vertoefde hij te Berlijn, totdat de vrede hem op vrije voeten stelde. Bij zijn terugkeer in Frankrijk werd hij door Lodewijk XF11I met onderscheiding bejegend, omdat hij gedurende de Honderd Dagen geenerlei bijval betoond had aan Napoleon, — ja, hij zag zich in 1815 benoemd tot pair en tot kommandant der eerste divisie van de infanterie der garde. Hij was lid der commissie, aan wie het onderzoek naar het gedrag van alle officieren gedurende de Honderd Dagen was toevertrouwd. Nadat hij in 1817 benoemd was tot markies, belastte hij zich in Februarij 1820 met het bestuur van het Koninklijk Huis, ontving in 1821 den maarschalksstaf, en in 1826, bij den togt naar Spanje, het bevel over het 2de korps der reserve. In 1824 nam hij zijn ontslag en overleed den lOden Junij 1828.

< >