Latude (Henri Masers de), bekend wegens den langen tijd, dien hij naar het welbehagen van madame de Pompadour, de maîtres van Lodewijk XV, in de gevangenis doorbragt, werd geboren den 23sten Maart 1725 te Montagnac in Languedoc. In 1748 spoedde hij zich als luitenant-ingenieur naar Parijs om aldaar zijne studiën voort te zetten. Zijn verlangen, om op de eene of andere wijze fortuin te maken, verleidde hem om zich den 28sten April 1749 naar Versailles te begeven en aan madame de Pompadour onder het oog te brengen, dat er een vreeselijke aanslag tegen haar werd gesmeed. Trouwens de maîtres ontving over de post eene doos, waarin, naar het zeggen van Latude, zich een snel werkend vergif bevond.
Hij zelf echter had die doos verzonden en er niets dan een weinig asch in gedaan. Zijne list werd spoedig ontdekt en hij zelf naar de Bastille gebragt, waar hij alles bekende. Daarna vervoerde men hem naar Vincennes, waar hij ontsnapte. Spoedig echter nam men hem weder in hechtenis; men wierp hem in de Bastille, doch hij ontkwam nogmaals. Eerst te Amsterdam maakte men zich meester van den vlugteling en zond hem weder naar de Bastille, waar hij ook na den dood van madame de Pompadour bleef opgesloten. Later naar Vincennes overgebragt, vond hij in 1765 nogmaals gelegenheid om de wijk te nemen.
Ook nu echter werd hij opgespoord en naar Vincennes teruggebragt en in 1775 naar Charenton verplaatst, en eerst in 1777 herkreeg hij zijne vrijheid onder de voorwaarde, dat hij binnen de grenzen van zijne geboorteplaats moest blijven. Daar hij niettemin Parijs bezocht, plaatste men hem in de gevangenis te Bicêtre, totdat hij eindelijk in 1784 door tusschenkomst van madame Legros, de vrouw van een koopman te Parijs, op vrije voeten werd gesteld. Bij het uitbarsten der Revolutie beschouwde men hem als het slagtoffer van het despotismus. De regtbank veroordeelde de erfgenamen van madame de Pompadour en van den minister Amelot in 1793 tot eene schadeloosstelling van 60000 livres, waarvan Latude evenwel slechts een klein gedeelte verkreeg. Hij overleed als een vergeten burger den lsten Januarij 1805.