Latour-Maubourg. Onder dezen naam vermelden wij :
Marie Victor de Fay, markies de LatourMaubourg, een Fransch generaal, geboren den llden Februarij 1766 uit een zijtak van het aloude geslacht de Fay. Bij het uitbarsten der Omwenteling was hij luitenant bij de garde du corps en had als zoodanig gelegenheid om op den 6den October 1789 het leven te redden van koningin Marie Antoinette. In 1792 voerde hij bevel over een regiment kavallerie onder Lafayette, met wien hij en zijn broeder zich naar Oostenrijk begaven. Hij ontving echter geen verlof om den generaal naar de gevangenis te Olmütz te vergezellen, maar moest zich naar onzijdig grondgebied begeven. In 1797 keerde hij naar Frankrijk terug en nam als adjudant van Kleber deel aan de expeditie naar Egypte. In den slag bij Austerlitz bevorderde Napoleon hem tot brigade-generaal Voorts streed hij in den veldtogt tegen Pruissen en Rusland, voerde in 1808 in Spanje bevel over de kavallerie, en onderscheidde zich bij Cuença, Badajoz enz.
Niet minder dapper streed hij als divisie-generaal in de veldtogten van 1812 en 1813. In den volkerenslag bij Leipzig verloor hij een been. Gedurende de eerste Restauratie werd hij tot pair benoemd, in 1817 tot markies, en van 1819 tot 1821 belastte hij zich met de portefeuille van Oorlog. In 1822 werd hij gouverneur van het Hotel des Invalides, doch hij legde bij de Julij-omwenteling die betrekking neder en begaf zich naar zijn kasteel te Melun. In 1835 zag hij zich benoemd tot gouverneur van den hertog van Bordeaux, en hij overleed den 11den November 1850.
Marie Charles César de Fay, graaf de Latour-Maubourg, een broeder van den voorgaande en luitenant-generaal in Fransche dienst. Hij werd geboren den 22sten Mei 1758 en streed bij den aanvang der Revolutie als kolonel aan het hoofd van een regiment. De adel van Puy zond hem naar de Generale Staten, waar hij zich verbond met den derden stand. In 1791 was hij een der commissarissen, die den Koning, na zijne vlugt, terugbragten naar Parijs. Als veldmaarschalk voerde hij vervolgens bevel over een armee-korps van Lafayette en begaf zich met dezen naar Oostenrijk, waar hij hem in de gevangenis te Olmütz vergezelde. Na de revolutie van 18 Brumaire riep Napoleon hem naar Frankrijk terug. Hij werd in 1801 lid van het Wetgevend Ligchaam en in 1806 senator, terwijl hij tevens bevel voerde over de militaire divisie te Cherbourg. In 1814, bij den afstand des Keizers, was hij kommandant van Caen, doch daar het Voorloopig Bewind hem geene bevelen zond, legde hij zijne betrekking neder.
De graaf van Artois vaardigde hem toen af naar Montpellier, om de bevolking aldaar gunstig te stemmen voor de Bourbons. Gedurende de eerste Restauratie benoemde Lodewijk XVIII hem tot pair en als zoodanig betoonde hij zich een ijverig voorstander der constitutionéle vrijheid. Daar hij tijdens de Honderd Dagen desgelijks de pairswaardigheid had aangenomen, zag hij zich gedurende de tweede Restauratie tot aan 1819 uit de Kamer der Pairs verbannen. Hij overleed den 28sten Mei 1831 en liet 7 zonen achter. Van deze vermelden wij: Just Pons Florimont de Fay, markies de Latour-Maubourg, de oudste zoon, geboren in 1781, sedert 1806 gezant aan verschillende Hoven en overleden te Rome den 24sten Mei 1837, — Rodolphe, graaf de Latour-Maubourg, geboren in 1787, een dapper krijgsman, die de waardigheden van pair en luitenant-generaal bekleedde, — Armand Charles Septime de Fay, graaf de Latour-Maubourg, geboren in 1801, gezant aan verschillende Hoven, in 1841 tot pair benoemd, en overleden in 1845, — en Charles de Fay, graaf de Latour-Maubourg, een Fransch generaal, die in 1792 uitweek en in 1800 terugkeerde, terwijl hij in het huwelijk trad met de oudste dochter van Lafayette. Bij het voorwaarts rukken der Verbondene Mogendheden in 1813 greep hij naar de wapens, werd na de Restauratie officier bij de Koninklijke garde, en overleed in 1846.