Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 07-08-2018

Fay

betekenis & definitie

Fay. Onder dezen naam vermelden wij :

Andréas Fay, een Hongaarsch dichter en prozaschrijver. Hij werd geboren den 30sten Mei 1786 te Kohany in het comitaat Zemplin, studeerde in de regten en vestigde zich als advocaat te Pesth. Wegens zijne wankelende gezondheid en vooral ook op aansporing van Kazinczy, bepaalde hij zich bij de beoefening der letteren. Op een zeer middelmatigen dichtbundel : ..Bokreta (Bloemtuil)” genaamd, volgde na een stilstand van 10 jaar in 1818 een „Fris Bokreta (Nieuwe bloemtuil)”, die hem als dichter beroemd maakte. Zijne „Mesèk (Fabelen)” werden in 1820 met nog grooteren bijval ontvangen, — en onderscheidene zijner tooneelstukken genoten de eer der opvoering. Zijne humoristische romans en de verhalen, die hij in tijdschriften plaatste, werden met groote toejuiching ontvangen. Het staatkundig leven, dat in 1825 in Hongarije begon te ontwaken , vergde inmiddels ook de belangstelling van Fay.

Tot aan het optreden van Kossuth (1840) was hij in het comitaat Pesth, hetwelk hij in 1835 ook op den Rijksdag vertegenwoordigde, de woordvoerder der oppositie. Later stond hij in de schaduw van glansrijker talenten , doch bleef een ijverig bevorderaar van alle vrijzinnige instellingen en nationale belangen. Hij hielp den Hongaarschen schouwburg stichten te Ofen en eene spaarkas te Pesth, en was voorzitter van onderscheidene vereenigingen, die de welvaart en de ontwikkeling des volks beoogden. Meer dan één belangrijk geschrift over zoodanige aangelegenheden getuigde van zijn ijver, en eene uitgave zijner gezamenlijke werken is in 1843—1844 in 8 deelen in het licht verschenen. De gebeurtenissen van 1848 en 1849 bezielden hem op nieuw met dichterlijken gloed, zoodat hij onderscheidene humoristische romancen en verhalen in het licht gaf. Hij overleed den 25sten Julij 1864, en de directie der spaarkas te Pesth huldigde zijne nagedachtenis door eene som van 20000 florijnen vast te stellen, waarvan de renten jaarlijks zullen worden toegekend aan den vervaardiger van het beste letterkundige werk.

Joseph Fay, een Duitsch schilder. Hij werd geboren te Keulen in 1813, legde zich te Düsseldorf en te Parijs op het historieschilderen toe, en bragt in 1840 zijn „Simson en Delila” op de tentoonstelling. Later verwierf hij grooten roem door zijne fresco-schilderijen in de zaal van het raadhuis te Elberfeld, waar hij de oudste geschiedenis der Duitschers tot aan den Hermanslag heeft voorgesteld. Zijne compositie getuigt van eene levendige verbeelding, en zijne uitvoering van eene ongemeene kunstvaardigheid. Voorts leverde hij „Romeo en Julia”, — „Gretchen in de gevangenis”, enz.

< >