Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Lamarck

betekenis & definitie

Lamarck (Jean Baptiste Antoine Pierre Monet de), een uitstekend Fransch natuurkundige, geboren uit een adellijk geslacht te Barentin in Picardië den 1sten Augustus 1744, trad in 1760 in krijgsdienst, doch bepaalde zich kort daarna bij de studie der geneeskunde en der natuurkunde. Nadat hij zich geruimen tijd met de dampkringsleer had bezig gehouden, besteedde hij zijn tijd aan de plantenkunde en bedacht eene nieuwe wijze om de planten in klassen te verdeelen, welke echter geen bijval vond, hoewel hij ze in toepassing bragt in zijne: „Flore Française (1780, 3 dln; 2de druk 1793)”, later door Decandolle omgewerkt. Nadat hij voor de botanische afdeeling der „Encyclopédie méthodique” van Panckoucke de eerste twee deelen geleverd en het voortzetten van 2 andere kruidkundige werken aan Poiret en Mirbel opgedragen had, verwisselde hij de plantenkunde met de dierkunde, werd in 1792 hoogleeraar in de natuurlijke historie in den Jardin des Plantes en maakte zich in die betrekking zeer verdienstelijk. Hoewel hij gedurende de laatste 17 jaren van zijn leven van het licht der oogen beroofd was, overleed hij met roem beladen op den 18den December 1829.

Van zijne geschriften is vooral zijne: „Histoire naturelle des animaux sans vertèbres (1815—1822, 7 dln; 2de druk 1835—1845, 10 dln)” hoogst belangrijk. Voorts vermelden wij zijne: „Philosophie zoölogique (1809, 2 dln)”, waarin hij zijne wijsgeerige gevoelens omtrent de natuur mededeelt. Daaruit blijkt, dat hij teregt tot de voorloopers van Darwin gerekend wordt.

< >