Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Kopitar

betekenis & definitie

Kopitar (Bartholomaeus), een verdienstelijk beoefenaar der Slawische taal, geboren den 23sten Augustus 1780 te Répnje in het hertogdom Krain, bezocht in 1790 de school te Laibach, werd in 1799 huisonderwijzer bij baron Zois en vervolgens secretaris van dezen. In 1807 begaf hij zich naar Weenen, en werd in 1809 ambtenaar aan de hofbibliotheek, nadat hij zich reeds in het voorafgaande jaar aan de universiteit had laten inschrijven als student in de regten. Tevens wijdde hij zich bij voorkeur aan de beoefening der Slawische taal en letterkunde, en schreef eene: „Grammatik der slawischen Sprache in Krain (1808)”. Nadat hij reeds in 1814 Parijs bezocht had, deed hij later eene reis door Duitschland en Engeland, en in 1837 ook door Italië.

In 1843 werd hij hofraad en eerste custos der Keizerlijke bibliotheek, doch hij overleed reeds den 11den Augustus 1844. Zijne taal- en letterkundige geschriften zijn zeer belangrijk, doch in zijne geschiedkundige werken betoont hij zich een overdreven ijveraar voor de unie der Slawische volken. Zijn voornaamste werk is de: „Glagolita Clozianus (1836)”. Voor Silvestre’s uitgave van het Slawische Evangelie van Rheims (1848) leverde Kopitar de Latijnsche vertaling. Ook is eene verzameling zijner kleinere geschriften uitgegeven door Miklosich (1857 enz.).

< >