Eene rivier in Siberië,ontspringt op de noordelijke voortzetting van het Stanowoi-gebergte, stroomt door de provincie Jakoetsk en valt met 3 armen in de Ijszee. Zp heeft aan de linker zijde een vlakken en aan de regter zpde een steilen, rotsachtigen oever en is zoowel bevaarbaar als zeer vischrijk. Hare lengte bedraagt 150 geogr. mijl en hare breedte 1200 Ned. el; beneden Nishnikolymsk is zij echter bijna dubbel zoo breed De rivier bevriest aan haren mond tegen het einde van Augustus en ontdooit tegen het laatst van Mei.
Volgens nevelachtige overleveringen was weleer het talrijke volk der Omoki aan hare oevers gevestigd; grafheuvels, versterkingen, steenen bijlen schijnen daarop te wijzen. Tot de zijrivieren der Kolyma behooren regts de Omolon (100 geogr. mpl lang) en nabij haren mond de groote en kleine Anjus.