Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Kolberg

betekenis & definitie

Eene stad en vesting in het district Köslin der Pruissische provincie Pommeren, ligt aan de Persante, die uur verder zich uitstort in de Oostzee. De stad, die bijna 15000 zielen telt, is van eene versterkte haven voorzien en door vestingwerken en gedetacheerde forten omringd. Er zijn 3 voorsteden, 5 kerken en een fraai stadhuis. Op de markt verrees in 1864 het standbeeld van Friedrich Wilhelm IV.

Men heeft er een stift voor adellijke jonkvrouwen, een gymnasium, eene reaalschool enz. Vele inwoners houden er zich bezig met landbouw en visscherij, doch ook handel en scheepvaart ontwikkelen zich meer en meer. De baden worden er jaarlijks door meer dan 2000 badgasten bezocht. — Kolberg was reeds in de 10de eeuw de zetel van een bisschop, en het domkapittel werd er eerst in 1810 opgeheven. Weldra was zij de hoofdstad van het land der Kassoeben, en sedert 1277 de aanzienlijkste plaats van het vorstendom Kamin, waarmede het in 1648 aan Brandenburg verviel. Veel had die stad in vroegere en latere oorlogen te lijden. Nadat zij in 1758 door generaal Palmbach met 10000 man gedurende 19 dagen vruchteloos belegerd was, werd ztj in 1760 door 27 Russische en Zweedsche oorlogschepen en 15000 man te lande aangetast, doch den 18den September door generaal Werner ontzet. In 1761 verscheen Somanzow met 55 schepen en een aanzienlijk leger vóór de stad, die hij eerst na eene belegering van 4 maanden en een hevig bombardement door hongersnood tot eene capitulatie kon dwingen, dewijl de Pruissische generaal Heyden haar met ongemeene dapperheid verdedigde.

Niet minder loffelijk werd zij verdedigd in 1807. Wél verloor de hoogbejaarde kommandant Loucadou de schans op den Hohenberg, doch de uitvallen van Schill en de moed van een ijverig burger, Nettelbeck genaamd, gaven daarvoor vergoeding. Eindelijk werd Gneisenau er bebevelhebber. Deze hernam de sterkten en hield er zich staande totdat de Vrede van Tilsit gesloten was. De stad was belegerd geweest van 28 April tot 2 Julij 1807 door 18000 man, achtereenvolgens onder de bevelen van Feulié, Loison en Mortier. Door het gedurig bombardement waren 185 huizen — ook het stadhuis — in asch gelegd, en de bezetting, 6000 man sterk, telde meer dan 400 dooden en 1100 gewonden.

< >