Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Kildare

betekenis & definitie

Kildare, een graafschap in de Iersche provincie Leinster, grenst in het oosten aan Dublin en Wiklow, in het noorden aan Meath, in het westen aan Kings- en Queens-county en in het zuiden aan Cariow, en beslaat eene oppervlakte van 30,7 □ geogr. mpl, van welke 22% bouwland, 13% klaver- en hooiland, 50% weiland en 15% onvruchtbare gronden vormen. De bodem is er gedeeltelijk golvend, gedeeltelijk vlak; hij is leemachtig, bevat in het noorden een groot veen (Bog of Allen), en brengt veel graan, aardappels en mangelwortels voort, terwijl het zich vooral onderscheidt door zijne groene, frissche weiden. Het wordt besproeid door de Barrow, de Liffey en de Boyne; en zoowel het Koningskanaal en het Groote Kanaal, als de Westbaan bevorderen er het verkeer. De bevolking telt er ongeveer 100000 zielen, en van deze behooren 91% tot de R. Katholieke Kerk.

Het graafschap zendt 2 afgevaardigden naar het Parlement. De hoofdplaats is Athy, 9 geogr. mijl ten Zuidwesten van Dublin, aan de bevaarbare Barrow en aan den spoorweg gelegen. Voorts heeft men er de marktstad Kildare in eene grazige vlakte en aan de Westbaan. Weleer was zij de zetel der geleerdheid, en tevens die van een aartsbisschop. Andere stadjes zijn er Naas, 4l/2 geogr. mpl ten noordoosten van Athy en weleer de residentie der koningen van Leinster, — en Maynooth met het vermaarde Maynooth-collége, een priesterseminarium, in 1795 door het Iersche Parlement gesticht. Men heeft er eene boekerij van 18000 deelen, 11 hoogleeraren, 2 lectoren en omstreeks 520 studenten, van welke omstreeks de helft eene kostelooze opleiding ontvangt.

< >