Keulenaars (De), ook samoreusen genaamd, zijn lange, smalle en weinig diepgaande schepen, bestemd voor de handelsvaart op de Rijn. Zij meten van 200 tot 600 ton; de grootste zijn bijna 43 Ned. el lang en 6 tot 7 Ned. el breed. Zij varen van Düsseldorf naar Dordrecht , Rotterdam, Amsterdam en terug, en de kleinere gaan ook wel naar Mainz en Mannheim. Is er geen water genoeg in de Rijn, dan kiezen zij de Waal.
De reis van Düsseldorf naar Amsterdam wordt gemiddeld in 8, die van Amsterdam naar Düsseldorf in 14 dagen volbragt. Tegen den stroom op werden de keulenaars vroeger getrokken met paarden, doch deze laatsten zijn thans door sleepbooten vervangen. Op het dek is gewoonlijk achter de verschansing eene fraaije roef getimmerd, de verblijfplaats van den kapitein en zijn gezin. Voorts bestaat de bemanning doorgaans uit 7 tot 10 koppen. Het schip voert een grooten en een bezaansmast met een aantal zeilen. Deze vaartuigen hebben vooral vóór den aanleg der spoorwegen belangrijke diensten bewezen aan den handel.