Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Kerkvaders

betekenis & definitie

Kerkvaders (Patres ecclesiae) noemt men de leeraars en schrijvers der oude Christelijke Kerk, wier geschriften beschouwd worden als doordrongen van de regtzinnige leer. De kennis van hunne lotgevallen en van hunne werken vormt den inhoud van eene afzonderlijke wetenschap, namelijk van de „patristiek”. De waarde dier geschriften is zeer verschillend, alsmede hun inhoud.

Men heeft er van apologetische, polemische, leerstellige, zedekundige, historische en stichtelijke strekking. De beroemdste Grieksche kerkvaders zijn: Siemens Alexandrinus, Orígenes, Irenaeus, Athanasius, Sasilius de Groote, Gregorius van Nyssa, Gregorius van Nazianze en Chrysóstomus, — en de beroemdste Latijnsche: Tertullianus, Cyprianus, Ambrosius, Kilarius, Augustinus, Hierónymus en Gregorius de Groote. De beste verzamelingen van de geschriften der Kerkvaders zijn: Maxima bibliotheca veteram patrum (Leiden, 1677, 27 dln)”, en „Bibliotheca veteram patrum (1765—1779)” van Galland.

< >