Kepper

betekenis & definitie

Kepper (George Lodewijk), een Nederlandsch letterkundige, geboren te Amsterdam den 28sten November 1842, ontving zijne opleiding aan de militaire académie te Breda, werd in 1863 officier der genie en bevindt zich thans als kapitein in garnizoen te Gorinchem. Hij schreef: „Een ongeluksvogel (1866—1868, 2 dln)”, — „In- en uitvallen (1867)”,— „Waarom hij de eenzaamheid zocht (1868)”, — „De oorlog tusschen Frankrijk en Duitschland (1871, 2 dln)”, — „Het oproer te Parijs (1871)”, — „Gustaaf van Buuren (1871, 2 dln)”, — en „Sensatie-romans enz. (1872)”. Ook is hij belast met de redactie van eenige tijdschriften, waaronder zich „Het Familieblad” bevindt, terwijl hij thans (1876) aan het hoofd staat van de redactie eener „Beknopte en volledige encyclopedie.”