Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Karlstadt (Andréas Rudolf)

betekenis & definitie

Karlstadt (Andréas Rudolf), eigenlijk Bodenstein, een ijverig voorstander der Hervorming, omstreeks 1480 te Karlstadt in Franken geboren, trok van de eene hoogeschool naar de andere en eindelijk zelfs naar Rome, om zijne weetgierigheid te bevredigen. Als baccalaureus biblicus begaf hij zich in 1504 naar Wittenberg, waar hij aanvankelijk als docent werkzaam was. Nadat hij in 1510 den rang van doctor in de godgeleerdheid verworven had, werd hij archidiaconus in de Stiftskerk en in 1511 rector der universiteit, hoewel hij er eerst in 1513 tot hoogleeraar werd benoemd.

Toen reeds was hij wijd en zijd vermaard wegens zijne geleerdheid en welsprekendheid. in 1515 begaf hij zich nogmaals naar Rome, bestudeerde er het kerkelijk regt, en keerde in den zomer van 1516 terug. Weldra trok hij partij voor Reuchlin, stelde zich in de bres voor de leer van Augustinus en deed den 26sten April 1517, nog vóór het optreden van Luther, 152 stellingen aanslaan, waarin hij zich, tegenover het gezag der Kerkvaders, beriep op het hoogere gezag des Bijbels en, waar dit niet toereikende was, op dat der rede. Luther noemde hem zijn leermeester, en toen de aflaatstrijd een aanvang nam, schaarde Karlstadt zich met geestdrift aan de zijde van zijn jongeren ambtgenoot.

Niettemin ontstond door verschil van gevoelen over punten van ondergeschikt belang tusschen hen beiden eene verwijdering, die wrange vruchten droeg. Toen Karlstadt gedurende de gevangenschap van Luther op den Wartburg het werk der Hervorming te Wittenberg op eigen gezag doorzette, klom de wrevel van Luther ten top, zoodat deze niet rustte voordat Karlstadt van al zijne waardigheden beroofd en uit Saksen verbannen was. Karlstadt verwierp het gebruik van beelden in de kerken en beweerde, dat iedere gemeente het regt had om zich te hervormen. Daarenboven beschouwde hij het avondmaal bloot als eene gedachtenisviering en bestreed de ligchamelijke aanwezigheid van Christus in het brood en den wijn. Hij weigerde zijne medewerking aan alle pogingen, die de grenzen van het kerkelijk gebied overschreden, zooals die van Thomas Münzer.

Een vurig verlangen naar zijn Saksisch vaderland was oorzaak, dat hij zich in 1525 aan de harde voorwaarden onderwierp, waaronder Luther zijn terugkeer veroorloofde. Toen echter in 1528 de avondmaalstrijd tusschen Luther en Zwingli zich op nieuw verhief, vernietigde hij wat hij herroepen had. Bedreigd door den toorn van Luther, nam hij de wijk naar Oost-Friesland, waar hij met grooten bijval als leeraar optrad, en toen Luther hem ook dáár vervolgde, noodigden de Zwitsersche Hervormers hem ten hunnent. Hier werd hij achtervolgens diaconus te Zürich, leeraar te Altstetten, archidiaconus te Zürich en eindelijk in 1534 hoogleeraar in de godgeleerdheid en prediker te Basel, waar hij in 1541 overleed.

< >