Karlsbad of Kaiser-Karlsbad, eene stad in het koningrijk Bohemen en eene der vermaardste badplaatsen van Europa, is zeer bevallig gelegen in het enge, door welig begroeide bergen omgeven Tepidal, dat zich ter hoogte van 350 Ned. el boven de oppervlakte der zee verheft, en telt omstreeks 7000 inwoners, die in fabrieksarbeid, maar vooral in het bezoek der badgasten hunne bronnen van bestaan vinden. Volgens de sage is de bron door keizer Karel IV, terwijl hij op de jagt was, ontdekt. Hij maakte er gebruik van, bouwde er een jagthuis en schonk in 1370 aan het vlek, dat aldaar ontstond, belangrijke voorregten. Karlsbad heeft een aangenaam voorkomen en bezit onderscheidene openbare gebouwen, tot nut en vermaak der badgasten bestemd.
Daartoe behoort het nieuwe „Curhaus”, in 1865 gesticht. Ook vinden de bezoekers er huisvesting en verpleging in 600 wél-ingerigte woningen der burgers. Men begroot het aantal vreemdelingen er jaarlijks op 10000. Men vindt er een schouwburg, een muziekkorps, een leesmuséum enz., en de hoogst bekoorlijke omstreken lokken uit tot de aangenaamste uitstapjes.
Men heeft er onderscheidene koude en warme bronnen. De oudste, welke tevens de grootste hoeveelheid water geeft, treedt te voorschijn uit eene graniet-rots en heeft eene temperatuur van 73,25 O. Haar water bevat eene omkorstende zelfstandigheid, welke in korten tijd de daarin gedompelde voorwerpen bekleedt. De warme bronnen behooren er tot de klasse der alkalische glauberzoutbronnen en komen in scheikundige bestanddeelen nagenoeg met elkander overeen. Van het water wordt jaarlijks ook nog bijna millioen kruiken verzonden. De bronnen te Karlsbad rekent men tot de krachtigste, welke men kent, en zij hebben bij doelmatig gebruik aan velen herstelling van kracht en gezondheid bezorgd. In 1853 is buiten de stad ook eene ijzerhoudende bron ontdekt, waarvan een druk gebruik gemaakt wordt. Eindelijk vermelden wij nog het Karlsbader zout (sal carolinense), hetwelk er uit het bronwater gewonnen wordt en hoofdzakelijk uit zwavelzuur natron bestaat. Men gebruikt het daar ter plaatse, met mineraal water vermengd, om de kracht van dit laatste te verhoogen, en ook als purgeermiddel.