Juweelen noemde men aanvankelijk als brilliant geslepene diamanten, later edelgesteenten in het algemeen. De juweliers houden zich bezig met het slijpen en zetten van edelgesteenten. Eerst in het midden der 15de eeuw werd de kunst uitgevonden om edelgesteenten met facetten tot rosetten en brillanten te slijpen, waardoor hun gloed ongemeen verhoogd wordt.
Vooral aan het Fransche Hof in den tijd van Lodewijk XIII en XIV werden vele en kostbare juweelen gedragen. Veelal is het bedrijf van goudsmid en juwelier vereenigd.