Juravorming, juragroep of oölielvorming noemen de aardkundigen eene watervorming, welke men in het Juragebergte het eerst erkend heeft als eene afzonderlijke vorming, tusschen de trias- en krijtgroep gelegen. Zij bestaat uit 3 afdeelingen, namelijk witte jura met lichtgekleurde, digte kalkgesteenten, waartoe ook de lithographische kalksteen van Solenhofen behoort, — bruine jura, bestaande uit bruin- en geelachtige leemaarde, mergel en zandsteen met ijzerhoudend kuitsteen, — en zwarte jura, ook leias (lias) genaamd en bestaande uit bitumineuse mergellei en kalksteen, waaruit men aardpik verkrijgen kan, en uit zandsteen. Al deze afdeelingen bevatten talrijke bewerktuigde overblijfselen, vooral koralen, zeesterren, zeeëgels, één- en tweeschalige weekdieren, belemnieten, ammonieten, kreeften, visschen en hagedissen. — De juravorming omgeeft als een breede gordel het Rijngebied.
Een aanvang nemend bij Basel aan de Duitsche zijde, loopt zij door de Zwabische Alpen, over Nordlingen en Regensburg tot digt bij Coburg. Voorts vindt men haar in Westfalen, in het Teutoburger Woud, de Weserketen en den Harz, terwijl zij ook in Opper-Silézië niet ontbreekt. In de Alpen heeft zij eene aanzienlijke dikte en is er met oudere lagen verbonden. — Ook zoekt men haar niet te vergeefs in Italië, Frankrijk, Engeland en Rusland, en in Virginia (Noord-Amerlka) omsluit zij dikke steenkolenbeddingen.