Junot (Andoche), hertog van Abrantes, een Fransch divisie-generaal, geboren den 23sten October 1771 te Bussy les Forges, studeerde in 1792 in de regten, maar trad reeds het volgende jaar in militaire dienst en trok bij Toulon de opmerkzaamheid van Bonaparte tot zich, toen deze hem te midden van het geschutvuur der Engelschen een brief dicteerde. Zoodra deze geëindigd was viel een bom bij hen neder, die beiden met stof bedekte. „Welnu”, zeide Junot, „dat bespaart mij de moeite om zand op den brief te strooijen”. Weldra was hij adjudant van Napoleon en vergezelde hem naar Italië en Egypte. Den 18den Brumaire benoemde Bonaparte hem tot kommandant, vervolgens tot gouverneur van Parijs en eindelijk tot generaal en grootkruis van het Legioen van eer.
Nadat Junot in 1805 korten tijd als gezant te Lissabon vertoefd had, onderscheidde hij zich in den slag bij Austerlitz en trok den 10den November 1807 aan de spits van een leger in de hoofdstad van Portugal, waar hij zich vervolgens in naam van Napoleon gouverneur des lands verklaarde. Hij verwierf den titel van hertog van Abrantes, nam vele heilzame maatregelen en poogde de Portugézen met de Franschen te verzoenen. Toch bleef de afkeer van de Fransche heerschappij er zeer groot, zoodat zich weldra in alle oorden des lands guérillas vertoonden. Door een afmattenden strijd met deze hadden de troepen van Junot zooveel geleden, dat zij in 1808 moesten terugtrekken voor de Engelschen, die bij Vimeiro geland waren; ook de capitulatie van Cintra was daarvan het gevolg. In 1809, in den oorlog met Oostenrijk, werd Junot den 12den Junij bij Berneck door Kienmaijer geslagen Daarna was hij gouverneur der Illyrische Provinciën, en bij den togt naar Rusland voerde hij bevel over het 8ste armeekorps. Daar hij weinig geestkracht aan den dag legde, zond de Keizer hem weder naar Illyrië.
Weldra verviel hij tot krankzinnigheid en vestigde zich in het stadje Montbard in het departement Cote d’Or. Hier viel hij van een muur en kwam daardoor om het leven op den 29sten Junij 1813. — Zijne gemalin, Laurette, hertogin d'Abrantes, naar men meent een telg van het Grieksche Keizershuis der Comnenen en tevens eene verre bloedverwante van Napoleon I, was geboren te Montpellier in 1786. Na haar huwelijk (1805) werd zij hofdame bij de moeder van Napoleon en maakte met haren echtgenoot zich schuldig aan eene verregaande verkwisting. Na het overlijden van dezen leverde zij feuilletons, mémoires en romans, en overleed in behoeftige omstandigheden in het nonnenklooster Abbaye aux Bois te Parijs in Junij 1838. Zij schreef: „Mémoires ou souvenirs historiques sur Napoléon, la revolution, le directoire, le consulat, Tempire et la restauration (1831—1835), 18 dln)”, — „Scènes de la vie espagnole (1837)”, — en „Histoire des salons de Paris (1837) ’. — Haar zoon Napoleon d’Abrantes is de schrijver van den roman: „Deux coeurs de femme (1833)”.