Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Jungfrau

betekenis & definitie

Jungfrau (De), een hooge berg der Berner Alpen in Zwitserland, verheft zich ten zuid-zuidoosten van Interlaken, ten zuidzuidwesten van Grindelwald en ten westen van den Pinsteraarhorn. Deze bergreuzin van graniet en gneis, door gletschers ommanteld, heeft eene hoogte van omstreeks 4000 Ned. el en ontleent haar naam aan haar sneeuwwit gewaad. Zij rijst ten noorden zeer steil omhoog uit het Trümletendal, vanwaar het water naar de Witte Lütsehine vloeit. Wie zich op den Wengernalp, aan de overzijde van genoemd dal, bevindt, heeft gedurig gelegenheid om waar te nemen, hoe de sneeuwvallen van de Jungfrau er in de diepte storten.

De berg bestaat uit eene reeks van pyramidaal boven elkander geplaatste kammen, die door diepe kloven gescheiden zijn. Naar het noordwesten verheffen zich vóór de Jungfrau 2 weinig minder hooge bergtoppen, de Silberhorn en de Schneehorn. Rudolf en Hlërónymus Mayr uit Aarau, twee broeders, zijn de eersten geweest, die den top van de Jungfrau bereikten. Dit geschiedde op den 3den Augustus 1811. Na dien tijd is hun voorbeeld meermalen nagevolgd, en wél aan de zuid-oostelijke zijde, van het hotel „Jungfrau” aan den Aegischhorn over den Aletschgletscher heen. De gids Walter von Lax heeft bij zijne beklimming van 20 Julij 1862 een anderen weg ontdekt, waarlangs men een gevaarlijk punt van den vroeger gebruikelijken vermijden kan.

< >