Julia, de eenige dochter van keizer Augustus en van zijne tweede (van hem gescheidene) gemalin Scribonia, geboren in 39 vóór Chr., onderscheidde zich door schoonheid, geest en beschaving, en huwde in het jaar 25 met Marcus Claudius Marcellus, den zusterszoon van Augustus. Na den dood van haren gemaal hertrouwde zij in het jaar 22 met Marcus Vipsanius Agrippa, wien zij 2 zonen en 2 dochters schonk. Hare stiefmoeder Livia die haar een kwaad hart toedroeg, wist Augustus na het overlijden van Agrippa te bewegen, om zijne dochter in het jaar 11 met haren zoon Tiberius te doen huwen, om aan dezen hoop te geven op den Keizerlijken troon. Dit huwelijk hield stand, hoewel de beide echtgenooten van elkander afkeerig waren, tot in het jaar 2 vóór Chr.
Toen verkondigde Augustus, dat zijne dochter niet geschroomd had het Forum tot het tooneel harer uitspattingen te maken, weshalve hij haar naar het eiland Pandataria (thans Ventotiéne) bij Napels verbannen had. Vele aanzienlijke mannen werden, als medepligtig aan hare losbandigheid, in ballingschap gezonden of ter dood gebragt. Het schijnt dat Livia, uit haat door overdrevene voorstellingen van het gedrag van Julia, alsmede door het vermoeden te wekken van zamenspanning tegen de heerschappij en het leven van Augustus, den Keizer, in weerwil van zijne groote toegenegenheid jegens zijne dochter, tot zulke harde maatregelen wist over te halen. Van Pandataria, werwaarts hare moeder Scribonia haar vergezeld had, werd zij naar Rhegium (Reggio) gebragt; hier liet Tiberius haar aan armoede en ellende ter prooi, en zij overleed aldaar in het jaar 14 na Chr., kort nadat Tiberius haren zoon Agrippa had laten ombrengen. Hare beide andere zonen waren toen reeds lang gestorven, en hare beide dochters, Julia en Agrippina, overleden in ballingschap.