Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Jorissen

betekenis & definitie

Jorissen (Thomas Theodorus Henderikus), een verdienstelijk Nederlandsch geschiedkundige, geboren te Utrecht den 23sten Februarij 1833, studeerde en promoveerde aldaar in de letteren, werd in 1860 leeraar aan het gymnasium te Gouda, in 1864 aan de hoogere burgerschool te Haarlem, en in 1865 hoogleeraar aan het Athenaeum te Amsterdam. Van zijne geschriften vermelden wij: „Abelard en Heloïse (1862)”, — „Charlotte de Cordaij (1864)”, — „Over het begrip van algemeene geschiedenis (1865)”, — „Schets der algemeene geschiedenis (1865; 2de druk 1873), — „De omwenteling van 1813 (1865—1868, 2 dln)”,— „Herinneringen aan M. C. van Hall (1867)”, — „G. K. van Hogendorp en L. van Limburg Stirum (1869)”, — „Het einde van den strijd (1869)”, — „De ondergang van het koningrijk Holland (1871)”, — „Constantijn Huijgens (1871)”, —„Historisch leven (1872)”,— „Aan het Vaderland (1872)”, — „De Patriotten te Amsterdam in 1794 (1874)”, en een aantal opstellen in verschillende tijdschriften.

< >