Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Jazygen

betekenis & definitie

Jazygen of Jazyges noemde men in de dagen der oudheid een Sarmatischen volksstam, aan den noordelijken oever van de Palus Moeotis (Zee van Azof) gevestigd, doch later zich uitbreidend langs den oever der Pontus en voorwaarts rukkend tot in Hongarije, waar hij de lage vlakte tusschen de Theisz, Donau en Gran in bezit nam en een verbond sloot met de Quaden. Nadat de Jazygen in de eerste eeuw onzer jaartelling in vrede met de Romeinen hadden geleefd, werden zij voor laatstgenoemden na den oorlog met de Mareomannen allengs gevaarlijker en bezorgden keizer Marcus Aurelius veel onrust. Hun leger bestond enkel uit ruiterij. Na den dood van Attila streden zij met de Gothen en bezweken in die worsteling.

Jazygen (in het Hongaarsch Jaszek of boogschutters) noemt men voorts de inwoners van een bepaald district van het comitaat Hevesj. De Hongaarsche Koningen hebben hen onder zekere voorwaarden als kolonisten opgenomen. Het district beslaat 20 ☐ geogr. myl en heeft Jaszbérény met ruim 18000 inwoners tot hoofdplaats. De Jazygen, wier aantal 60000 bedraagt, zijn volbloed-Magyaren en behooren grootendeels tot de R. Katholieke Kerk.

< >