Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Jagttijger

betekenis & definitie

Jagttijger (De), Felis jubata L., behoort tot de Verscheurende Zoogdieren en tot het geslacht der katten. Hij vereenigt den vorm van den panter met dien van den windhond, maar is veel slanker en hooger op de pooten dan de overige gevlekte kattensoorten. Zijn kop is minder plat op den schedel en hij kan de klaauwen der teenen slechts gedeeltelijk intrekken. Er bestaan 3 rassen van jagttijgers; één van deze leeft in Arabië en Indië, één in het noorden van Afrika, en één in het midden en westen van Afrika tot op het grondgebied der Kaapkolonie.

Het ligchaam van den jagttijger is zonder staart ongeveer 1 Ned. el lang en de sterke kaauwspieren geven aan zijn kop eene aanmerkelijke breedte. De kleur van zijn haar is rood- of grijsachtig geel op den rug en wit onder den buik, en hals, rug en zijden zijn bedekt met ronde, zwarte vlekken, die op de borst en onder den buik ontbreken, doch op den staart allengs in ringen overgaan. De top van den neus is zwart, en zijne maan bestaat uit eene rij stijve en wat langere haren op den nek. Hierdoor verkreeg hij den bijnaam van jubata (gemaand). Den Nederlandschen naam ontleent hij aan zijne geschiktheid voor de jagt. Hiertoe wordt hij in Hindostan en Perzië gebezigd. De jagttijger namelijk, aldaar chetah geheeten, wordt even tam als onze huiskat, doch is veel leerzamer.

De jagers bevinden zich met den geblinddoekten jagttijger op een wagen, door ossen getrokken, terwijl een man op een kameel regts en links het wild opspoort. Heeft deze bijv. een troep antilopen ontdekt, dan wordt de wagen in die rigting gestuurd. Op bekwamen afstand ontdoet men den jagttijger van zijn kap, en hij is aanstonds op het spoor van het wild. Behendig sluipt hij onder de struiken door en is dan met 4 of 5 sprongen in het midden der kudde, waar hij zich van een der dieren meester maakt. Inmiddels naderen de jagers en beIoonen hem met het bloed van het slagtoffer. Bijgaande figuur geeft eene voorstelling van zulk een jagttijger.

Jaguar Jaguar (De), Felin Onça L. of Amerikaansche panter, is de naam van het grootste en gevaarlijkste verscheurende dier van ZuidAmerika. Hij wordt vooral gevonden in Brazilië en Paraguay, behoort tot het geslacht der katten en is, zonder den staart, 1 tot 11/2 Ned. el lang, roestgeel op den rug, wit onder den buik, en aan de zijden geteekend met 4 tot 6 overlangs voortloopende rijen groote, donkere, ronde vlekken met eene middenvlek. Ook bestaat er eene zwarte verscheidenheid, wier vlekken en ringen men enkel in een bepaald licht kan waarnemen. De jaguar houdt liefst zijn verblijf in de nabijheid van groote rivieren, en is te gevaarlijker omdat hij uitmuntend kan zwemmen en in de boomen klimmen. De Indianen dooden hem gewoonlijk met sterk vergiftigde pijlen, die zij uit eene blaaspijp op hem afschieten. Deze pijlen wonden hem slechts even, maar doen hem binnen 15 minuten sterven. Het aantal dezer dieren is zoo groot, dat er, volgens von Humboldt, alleen in de Spaansche Koloniën jaarlijks 4000 worden gedood.

< >