Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Ithaca

betekenis & definitie

Onder dezen naam vermelden wij:

Het eiland Ithaca, thans Theaki of Thiaki genoemd, na Paros het kleinste der zeven Ionische eilanden. Het heeft eene oppervlakte van 1,77 □ geogr. mijl en ligt tegenover de Grieksche provincie Acarnanië, 1 geogr. mijl ten zuiden van Leucadia (Sta Maura), ten noordoosten van Cephalonia en van dit eiland door het Viscard-of Guiscard-kanaal (½—1 geogr. mijl breed) gescheiden. In de Oudheid was dit eiland vermaard als het vaderland en het rijk van Odusseus (Ulysses). Volgens de beschrijving van Homerus, welke niet geheel en al strookt met den tegenwoordigen toestand, had men op dat rotsachtig eiland overvloed van koren en wijn. Behalve de evenzoo genoemde hoofdstad en den ruimen burgt van Odusseus, had men er de volgende merkwaardige punten: de bergen Neritos (Neriton, thans St.

Elias, bijna 700 Ned. el hoog) en Neion (thans Stephano), die de haven Rheithron vormden, en Kaap Korax of de Ravenrots. Het hedendaagsche Thiaki telt ongeveer 12000 inwoners en levert geen graan genoeg voor zijne bevolking, terwijl de overige voortbrengselen der Ionische eilanden er in overvloed voorhanden zijn. De hoofd- en havenstad Vathi, aan de Golf van Molo gelegen, bezit 5000 inwoners, die hun bestaan vinden in scheepvaart, scheepsbouw en visscherij. Ook leveren de kusten er spons en rood koraal. Als deel van het koningrijk Griekenland behoort het tot de nomarchie Leucadia.

De stad Ithaca in den Noord-Amerikaanschen Staat New-York. Zij ligt op beide oevers der Cayuga-Inlet, 20 minuten gaans ten zuiden van de zuidpunt van Cayuga-Lake in een bevallig oord en is door de Cayuga-Susquehanna-spoorweg met Oswego en door stoombooten met de voornaamste plaatsen aan het Cayuga-meer verbonden. Zij telt ruim 10000 inwoners (1870) en is vermaard door hare Cornell-universiteit, door een harer burgers, Ezra Cornell gesticht en door de regéring der Vereenigde Staten mild begiftigd. Door het Congrès werd in 1862 bijna een millioen acres land aan den Staat New-York toegekend, welke in het volgende jaar onder bepaalde voorwaarden ten deel vielen aan People’s Collége te Havana. Toen hiervan echter geen gebruik gemaakt werd, besloot de Staat het aanbod te aanvaarden van Cornell, die voor dat grondbezit een half millioen pond sterling wilde geven tot stichting eener voor elk toegankelijke hoogeschool. Den 27sten April 1865 werd de stichtingsbrief geteekend en daarbij bepaald, dat deze inrigting niet behooren zou tot eene staatkundige of kerkelijke partij. Andrew D. White was haar eerste voorzitter. Cornell begiftigde haar voorts met 200 acres land en kocht voor haar een geologisch en paleontologisch kabinet.

De plegtige inwijding en opening dezer hoogeschool had plaats op den 7den October 1868, en zij werd gedurende het eerste studiejaar door 412 studenten bezocht. Er worden lessen gegeven in landbouwkunde, schei- en natuurkunde, geschiedenis en staatswetenschappen, letterkunde en wijsbegeerte, wiskunde en ingenieurswetenschap, delfstof-, planten- en dierkunde, mechanica, krijgskunde en talen. Het aantal hoogleeraren bedraagt 37, en onder deze zijn 3 voor Duitsche taal- en letterkunde. Het kapitaal der hoogeschool beloopt bijna een millioen dollars. De boekerij bestaat uit 125000 deelen, waaronder zich die der voormalige bibliotheken van F. Bopp, C. Anthon, Goldwin Smith, A.D. White enz. bevinden. De universiteitsgebouwen beslaan er de verschillende zijden van het Cascadille-plein. De studenten hebben er gelegenheid om door bepaalde werkzaamheden gedeeltelijk in hun onderhoud te voorzien. „The Cornell Era”, door hoogleeraren en studenten geschreven, verschijnt elke week, terwijl het jaarverslag der hoogeschool in het „Cornell University Register” opgenomen wordt.

< >