Isère (De), door de Ouden Isara genaamd en de aanzienlijkste zijrivier der Rhône, op den regteroever van deze, ontspringt ter hoogte van 2200 Ned. el in de gletschers van den Mont-Iseran in het Fransche departement Savoie. Zij vloeit met groote kronkelingen westwaarts langs Moutiers-en-Tarantaise, Conflans en Montmélion, bereikt bij Fort-Barraux het departement Isère, loopt vanhier zuidwestwaarts naar Grenoble, daarna met een boog naar het westen langs Romans in het departement Drôme en stort zich uit bij Coufoulin niet ver van Valence na een loop van 43 geogr. mijl. Boven Grenoble stroomt zij over een afstand van 6 geogr. mijl door een der fraaiste en vruchtbaarste dalen, Graisivaudan genaamd, tusschen sneeuwkruinen, wier lagere hellingen met wouden en weiden, wijn- en ooftgaarden bedekt zijn.
Ook beneden Grenoble vervolgt zij haren togt door een welig dal. Voorts ontvangt zij op haren linkeroever onderscheidene rivieren, zooals de Are, de Bréda en de Drac.
Het departement Isère, gevormd door de noordelijke deelen van Dauphiné met de landschappen Graisivaudan en Viennais, telde in 1872 op 150,55 □ geogr. mijl ruim 575000 inwoners. Zijne hoofdstad is Grenoble en het is in 4 arrondissementen verdeeld. Op het stroomgebied der Rhône en op den linkeroever van deze gelegen, wordt het departement door onderscheidene rivieren besproeid; ook vindt men er eenige kleine meren, poelen en moerassen. De helft van den bodem is bergachtig; in het zuidoosten verheffen er zich de Glacier de Berarde (2800 Ned. el hoog), de Taillefer (nog iets hooger), de Pic de Belledonne (3000 Ned. el hoog), de Aiguille de Meye en de Mont d’Ollan (beide 4000 Ned. el hoog). Het klimaat is er in de bergstreek gezond, eer koud dan warm en zeer veranderlijk, terwijl in de dalen en in de vlakte de hitte der zon zeer groot is, ofschoon het er in Mei wel eens des nachts vriest, waardoor de oogst zeer onzeker wordt.
Intusschen levert de landbouw er doorgaans het benoodigde graan, vooral rogge; voorts groeijen er hennep, boomvruchten, suikerwortels en kostelijke wijn. Ook de veeteelt met de kaasmakerij en de zijdecultuur zijn er van veel belang. Tot de voortbrengselen uit het rijk der delfstoffen behooren er zilver, lood en ijzer, terwijl er onderscheidene minerale bronnen ontspringen. Behalve veel ijzersmelterijen, heeft men er fabrieken van stalen en koperen voorwerpen, garenspinnerijen, katoen- en linnenweverijen, handschoenen- en papierfabrieken enz. Het verkeer wordt er door de Rhône en door onderscheidene spoorwegen bevorderd.
