Intermezzo (Het) of tusschenspel was reeds bij de Ouden bekend als eene los en luchtig aaneengewevene vertooning, welke dienen moest om tusschen 2 stukken te worden gespeeld, ten einde die met elkander te verbinden. Tegenwoordig geeft men den naam van intermezzi aan kleine, comische opera’s, waarin één of twee personen optreden, doch die met het voorafgaande of volgende stuk in geenerlei verband staan. De critiek stelt aan deze soort van voortbrengselen geene gestrenge eischen; zij is reeds tevreden, wanneer het daarin niet ontbreekt aan gezonden humor.
Men meent, dat de tegenwoordige intermezzi aanvankelijk madrigalen waren, die tusschen de bedrijven werden gezongen en betrekking hadden op het stuk. Als één der oudste en schoonste roemt men het intermezzo van Bardi „II combattimento d’Apolline col serpente.” Ook in de oude Fransche opera’s kwamen intermezzi voor onder den naam van „rondeaux” of „sarabandes”, welke dienden om aan de operazangers eenige verpoozing te bezorgen.