Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Idsinga

betekenis & definitie

Idsinga: Onder dezen naam vermelden wij: Saco Harmen van Idsinga, een verdienstelijk Nederlandsch regtsgeleerde. Hij werd geboren te Harlingen den 10den Februarij 1714, studeerde te Franeker in de regten, en verdedigde in 1736 aldaar eene dissertatie over het pandregt, zonder evenwel te promovéren.

Zoowel te Franeker als te Harderwijk kwam hij in aanmerking voor het hoogleeraarsambt, doch zonder eene benoeming te ontvangen. Inmiddels bekleedde hij eene betrekking bij het venduhuis te Harlingen en schreef een: „Kort vertoog over de Friesche havenpachten, waarin wordt aangetoond, dat eene gedrukte negotie moet afnemen en dat integendeel de aanmoediging van deze een land doet bloeijen (1744)”. In 1748 behoorde hij tot de gecommitteerden, te Harlingen gekozen om te Leeuwarden het erfelijk stadhouderschap, de afschaffing der pachten en het herstel der oude wetten te vragen. Hij voerde bij die gelegenheid het woord, en zag zich in het daarop volgende jaar benoemd tot raadsheer in het provinciaal geregtshof te Groningen. Wegens zijne heftigheid verviel hij tot verregaande onaangenaamheden met de Staten van Friesland, daar Idsinga zich verongelijkt en de Staten zich door hem beleedigd rekenden. Hij overleed in 1779. Van zijne geschriften vermelden wij: „Variorum juris civilis liber singularis etc.(1738)”, — „Het Staatsregt der Vereenigde Nederlanden enz. (1758—1765, 2 dln)”, — „Bedenkingen over de lezing, het verstand en den zin van ’t Selwerder Landregt, II boek, art. 29 enz. (1773)”, — en „Zedig en vrijmoedig onderzoek of de volmagten ten Landsdage in Friesland volgens de fundamentéle wetten van die provincie en de procuratiën, welke jaarlijks aan de volmagten gegeven worden, tot het excercéren van criminéle jurisdictie geregtigd en bevoegd zijn enz. (1777)”.

Balthasar Daniël van Idsinga, een zoon van Meinert Johan van Idsinga, gouverneur van Amboina. Hij werd geboren te Batavia in 1745, bekleedde van 1767 tot 1795 in de stad Groningen vele gewigtige betrekkingen, werd van wege die stad en provincie afgevaardigd naar de vergadering der Staten-Generaal, was lid van het provinciaal bestuur, in 1803 van het departementaal bestuur van Stad en Lande, en werd in 1815 burgemeester van Groningen. Zijne woning is nog bekend onder den naam van „Idsinga’s Hof.”

< >