Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Icica

betekenis & definitie

Icica Aubl. is de naam van een plantengeslacht uit de familie der Amyrideën.

Het onderscheidt zich door een 4- of 5-tandigen kelk, 4 of 5 bloembladen, welke, evenals de 3-10 meeldraden, beneden het bloembed zijn vastgehecht, een 4- of 5-hokkig vruchtbeginsel, een korten stamper met 4 of 5 stempels, en eene lederachtige steenvrucht met 4 of 5 kernen. Het omvat harsachtige, Amerikaansche boomen met oneven-gevinde bladeren en witte, aarvormige bloemen. Van de soorten noemen wij: I. Aracouchini Aubl., die in de bosschen van Guyana 5 Ned. el hoog wordt, met een gladden, grijzen bast, waaruit een terpentijnachtige, welriekende, maar bitter smakende balsem vloeit, die onder den naam van aracouchine-hars als geneesmiddel gebezigd wordt, — I. Caranna Kunth, een boom aan de Orinoco, die de carannahars oplevert, —I.guianensis Aubl., een middelmatig hoogen boom van Zuid-Amerika en West-Indië en den Amerikaanschen wierook (Olibanum americanum) verschaffend, I. Icicariba Dec, of den elemi-boom, van welken wij eene soort van elemi-hars verkrijgen, en I. Tacamahaca Kunth, die in Columbia te huis behoort en ons voorziet van eene zeer welriekende harssoort, in Zuid-Amerika Tacamahac genaamd.