Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Hugenholtz

betekenis & definitie

Hugenholtz. Onder dezen naam vermelden wij:

Philip Reinhard Hugenholtz, een verdienstelijk Nederlandsch godgeleerde. hij werd geboren te Woudenberg den 8sten November 1821, ontving zijne opleiding aan het gymnasium te Rotterdam en bezocht daarna de hoogeschool te Utrecht. In 1847 werd hij predikant te Cillaarshoek, later achtereenvolgens te Geervliet en te Haarlem, en begaf zich in 1858 in die betrekking naar Amsterdam, alwaar hij bij voortduring werkzaam is. bij gelegenheid van liet jongste eeuwfeest verleende de Academische Senaat te Leiden hem eershalve het doctoraat in de theologie. Van zijne geschriften vermelden wij — behalve eenige opstellen in het „Theologisch Tijdschrift” en eene verhandeling over „Godsdienst en Wetenschap” in de „ Vaderlandsche Letteroefeningen” — „het geweten, eene studie (1861)”, — „Zekerheid, twee brieven (1864)”, — en „De zonde, eene voorlezing (1871)”.

Petrus Hermanus Hugenholtz Jr., een broeder van den voorgaande. Geboren den 31sten Julij 1834, ontving hij zijne opleiding aan het gymnasium te Rotterdam en studeerde voorts aan de hoogescholen te Utrecht en te Leiden in de godgeleerdheid. In 1857 tot proponent bevorderd, werd hij achtereenvolgens predikant te Hoenderloo (1858),! te Renswoude (1861), te Leeuwarden (1862) en eindelijk te Amsterdam (1866), waar hij tegelijk met zijn broeder in dezelfde betrekking werkzaam is. Hij is lid van de Leidsche Maatschappij van Nederlandsche Letterkunde en schreef: „Vertaalde leerredenen van Colani (1858)’’, — „Ter gedachtenis, toespraken tot de Hervormde Gemeente te Leeuwarden (1866)”, — „Schetsen en Tafereelen, godsdienstig leesboek voor school en huis, uitgegeven door de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen (1872)”, — en verscheidene opstellen en verhandelingen in de „Vaderlandsche Letteroefeningen”, „De Tijdspiegel”, „Ons Onderwijs”, „Het Morgenlicht”, het „Theologisch Tijdschrift”, het „Christelijk en Godsdienstig Album”, de „Taal des geloofs”, en onlangs in de „Volksbibliotheek”, uitgegeven van wege de Vereeniging tot handhaving en voortplanting van het liberaal beginsel enz., eene verhandeling over „Godsdienst en eeredienst (1875)”.

< >