Horus, de naam eener Egyptische godheid, in hiëroglyphische opschriften Hor, Har of Her genoemd, en afkomstig van den oudEgyptischen en Semitischen stam hor (licht), wordt reeds bij Heródotus vermeld en voor dezelfde gehouden als Apollo, weshalve men in het Grieksch den dubbelen naam HorApóllo aantreft. Het symbool dezer godheid is een valk of een sperwer, weshalve zij meermalen met een sperwerskop voorgesteld en haar naam door dien vogel aangeduid werd. Volgens de Egyptische fabelleer bestaan er 2 godheden van dien naam, — vooreerst Haroer of de oudere Horus, in het Grieksch Huroeris, de tweede zoon van Seb (Kronos) en van Roet (Rhea), en een broeder van Osiris, — en in de tweede plaats de jongere Horus, als kind Harpócrates geheeten, een zoon van Osiris en Isis. In beide vormen is Horus doorgaans het zinnebeeld der zon, — vooral der rijzende morgenzon.
Toen Osiris, die te voren als opperste zonnegod regeerde, door zijn broeder Set (Typhon) gedood was, nam Horus wraak op den geweldenaar en aanvaardde zelf de heerschappij, waarna Osiris het ambt van opperregter in de Onderwereld bekleedde. Horus werd vervolgens tot voorbeeld gesteld der latere koningen van Egypte. Hij regeerde volgens de tijdrekening der priesters 300 jaren over Egypte en was de laatste van de eerste dynastie, — namelijk van die der opperste goden.