Hophra, koning van Egypte, veroorloofde na de verwoesting van Jérusalem in 586 vóór Chr. aan de Israëlieten, om in zijn rijk eene wijkplaats te zoeken. Ook had hij reeds vroeger met Zedekía, den laatsten koning van Juda, een verbond gesloten. Hij schijnt dezelfde te wezen als Vaphros bij Manetho en als Apries bij Heródotus, namelijk de zoon en opvolger van Psammoethis.
Hij oorloogde voorspoedig met de Phoeniciërs en Cypriërs, doch zijn ongelukkige veldtogt tegen de Cyrenaeërs veroorzaakte een opstand van zijn volk. Eindelijk werd hij door Amasis, die zich aan het hoofd der oproerlingen had geplaatst, in 568 vóór Chr. van den troon geworpen en later ter dood gebragt.